Openbaring in het kort, een overzicht
Introductie op Openbaring
naar Hoofdstukken
hoofdpagina site
HSV 12 En ik zag toen het Lam het zesde zegel geopend had, en zie, er kwam een grote aardbeving, en de zon werd zwart als een haren zak, en de maan werd als bloed, 13 en de sterren van de hemel vielen op de aarde, zoals een vijgenboom zijn onrijpe vijgen afwerpt als hij door een harde wind wordt geschud. 14 En de hemel week terug als een boekrol die wordt opgerold. En alle bergen en alle eilanden werden van hun plaats gerukt. 15 En de koningen van de aarde, de groten, de rijken, de oversten over duizend, de machtigen en alle slaven en vrije mensen verborgen zich in de grotten en tussen de rotsen in de bergen. 16 En zij zeiden tegen de bergen en de rotsen: Val op ons en verberg ons voor het aangezicht van Hem Die op de troon zit, en voor de toorn van het Lam. 17 Want de grote dag van Zijn toorn is aangebroken en wie kan dan staande blijven?
NBG51 12 En ik zag, toen Hij het zesde zegel opende, en daar geschiedde een grote aardbeving en de zon werd zwart als een haren zak en de maan werd geheel als bloed. 13 En de sterren des hemels vielen op de aarde, gelijk een vijgeboom zijn wintervijgen laat vallen, wanneer hij door een harde wind geschud wordt. 14 En de hemel week terug als een boekrol, die wordt opgerold, en alle berg en eiland werd van zijn plaats gerukt. 15 En de koningen der aarde en de groten en de oversten over duizend en de rijken en de machtigen en iedere slaaf en vrije verborgen zich in de holen en de rotsen der bergen; 16 en zij zeiden tot de bergen en tot de rotsen: Valt op ons en verbergt ons voor het aangezicht van Hem, die gezeten is op de troon, en voor de toorn van het Lam; 17 want de grote dag van hun toorn is gekomen en wie kan bestaan?
NBV21 12 Ik zag, toen het zesde zegel verbroken werd, hoe er een zware aardbeving kwam. De zon werd zwart als een rouwkleed en de maan werd bloedrood. 13 De sterren vielen op de aarde, zoals late vijgen die door een stormwind van de boom worden gerukt. 14 De hemel scheurde los en rolde zich als een boekrol op. Geen berg of eiland bleef op zijn plaats. 15 Koningen, machthebbers, legeraanvoerders, rijken, aanzienlijken, slaven en vrije mensen, iedereen trachtte zich te verbergen in grotten en tussen de rotsen in de bergen. 16 Ze riepen de bergen en de rotsen toe: ‘Val op ons neer! Verberg ons voor het oog van Hem die op de troon zit en voor de toorn van het lam! 17 Want nu is de grote dag van hun toorn aangebroken, en wie kan die doorstaan?’
Het zesde zegel verbroken, tekenen wijzen op de wederkomst
12 Καὶ εἶδον ὅτε ἤνοιξεν τὴν σφραγῖδα τὴν ἕκτην, En ik zag, toen Het opende het zegel, het zesde,
καὶ σεισμὸς μέγας ἐγένετο 1 een beving groot geschiedde,
De opening van dit zegel toont dat de vraag van de martelaren wordt beantwoord. Bij een vraag niet uit eigenbelang, maar een vraag die het recht van God op het oog heeft, zal de hemel niet zwijgen. Daarover vertelt ook Handelingen 4. De apostelen Petrus en Johannes worden, na gevangenneming en vrijlating, door de Joodse Raad verboden nog langer in de Naam van Jezus te spreken 2. Als de apostelen in de gemeente komen en verslag uitbrengen gaat de gemeente in vurig gebed en spreekt God aan als Despoot (zie uitleg bij Opb 6:10), dat wil zeggen soeverein Heerser 3. Zij vraagt niet dat de apostelen niets meer overkomt, maar dat zij het Evangelie vrijmoedig mogen blijven verspreiden. God laat dan de plaats waar zij zijn heen en weer te schudden 4. Zoiets gebeurde ook in Filippi toen Paulus en Silas, half gebroken na vele stokslagen, in hun gevangenis ’s nachts psalmen zongen 5.
Maar Openbaring spreekt hier niet over “een beving van de aarde”. Zoals hierna blijkt is deze beving van een andere orde, deze heeft kosmische proporties. En is anders dan de aardbevingen die er altijd zullen zijn zoals Jezus daarover sprak in Mattheüs 24 6. De parallellen in de Evangeliën hieronder (zie ook bij Opb 6:1), geven aan dat met het verbreken van dit zesde zegel het einde komt, er gaat iets wezenlijks veranderen. Mattheüs 24 verbindt deze beving met de wederkomst van Jezus 7, Markus 8 en Lukas 9 geven aan dat na onderstaande verzen de Zoon des mensen terug komt.
Mat 24: 29 En meteen na de verdrukking van die dagen zal de zon verduisterd worden en de maan zal zijn schijnsel niet geven en de sterren zullen van de hemel vallen en de krachten van de hemelen zullen heftig bewogen worden.
Mar 13: 24 Maar in die dagen, na de verdrukking, zal de zon verduisterd worden en de maan zal haar glans niet geven. 25 En de sterren zullen van de hemel vallen en de machten der hemelen zullen wankelen.
Luk 21: 25 En er zullen tekenen zijn in zon, maan en sterren, en op de aarde benauwdheid onder de volken, in radeloosheid vanwege het bulderen van zee en golven 26 En het hart van de mensen zal bezwijken van vrees en verwachting van de dingen die de wereld zullen overkomen, want de krachten van de hemelen zullen heftig bewogen worden.
Als het Evangelie aan alle volken is verkondigd en alle uitverkoren gelovigen bijeen verzameld zijn, dan is het wachten voor de zielen onder het altaar voorbij. Dan breekt de dag, de grote dag, waarop God recht spreekt, aan 10. De Bijbel spreekt vaak over deze dag waarop de “fundamenten” van de hemel/ van de kosmos bewogen zullen worden 11, 12, 13, 14.
καὶ ὁ ἥλιος ἐγένετο μέλας ὡς σάκκος τρίχινος en de zon werd zwart als een zak van haar
Alsof de zon in rouwkleding gaat van donker geitenhaar, waar het licht nog nauwelijks doorheen komt.
καὶ ἡ σελήνη ὅλη ἐγένετο ὡς αἷμα en de maan, helemaal, werd als bloed.
Met nadruk staat er ‘heel de maan’, het zal zijn bij volle maan, als deze het meeste licht geeft. Dat is als de aarde tussen de zon en de maan staat. Dan valt er ook nu al vaak een zogenaamde bloedmaan te zien bij een maansverduistering. Maar wat hier wordt geprofeteerd zal meer ingrijpend zijn. Veel profeten wezen hier al op 15, 16, 17. Ook in de Evangeliën wijst de Here Jezus hierop zoals aangegeven in het overzicht bij Opb 6:1. Verder in Hand 2:20 waar Petrus Joël citeert en in 2 Petr 3. De kosmos zoals die geschapen is, wordt omgekeerd en maakt plaats voor een nieuwe schepping. De lichten die aan de hemel staan om vaste tijden aan te geven zullen niet meer zijn. Later in Openbaring staat dat zon en maan niet meer nodig zijn 18. Toch zal bij het verder lezen van Openbaring blijken dat na de opening van dit zesde zegel Openbaring nog niet afsluit. Hoe kan dat? Het einde zoals Johannes dat hier ziet komen, wordt in volgende visioenen vanuit een ander perspectief nog weer anders getoond en beschreven. Daarbij geven volgende visioenen ook achtergronden te zien van heel het wereldgebeuren, die soms ook terug gaan in de tijd,. Voor een overzicht zie ‘Openbaring in het kort’.
Al rond het jaar 260 heeft Victorinus van Pettau (Ptuj in noord oost Slovenië) ingezien dat Openbaring veel parallelle delen bevat die steeds uitlopen op het einde 19. Tegenwoordig zijn de meeste uitleggers er van overtuigd dat herhaling een wezenlijk kenmerk is van de structuur van Openbaring. Maar wel zo dat het naar een climax gaat, het is niet louter herhaling. Het lijkt wat op het afpellen van een ui. Als de buitenste schil is verwijderd is de volgende aan de beurt. Zie bijvoorbeeld hoe een grote aardbeving keer op keer een gedeelte afsluit in Opb 8:5 20, Opb 11:19 21 en Opb 16:18 22. Net zolang tot de kern wordt bereikt. Ten slotte tekent Openbaring 19 Christus als de grote Overwinnaar, daarbij ook de vereniging met zijn Bruidsgemeente. Daarna wordt de definitieve ondergang van de wereld, van de demonen getoond en die van Satan. Allen worden in het vuur geworpen dat eeuwig brandt. Dan is het pleit beslecht en laten de hoofdstukken 21 en 22 de komst van de nieuwe hemel en de nieuwe aarde zien.
13 καὶ οἱ ἀστέρες τοῦ οὐρανοῦ ἔπεσαν εἰς τὴν γῆν, en de sterren van de hemel vielen op de aarde
ὡς συκῆ βάλλει τοὺς ὀλύνθους αὐτῆς zoals een vijgeboom werpt de onrijpe late vijgen van haar
ὑπὸ ἀνέμου μεγάλου σειομένη, door een wind groot, geschud wordend.
Er zullen massa’s vallende sterren/ meteorieten te zien zijn, brokken puin die opgloeien en verbranden in de dampkring. Al zou maar één ster, als de zon, in de buurt van de aarde komen dan is dat voldoende om heel de aarde ‘op te slokken’ en in vuur te doen vergaan. Het beeld hier toont dat heel de kosmos op zijn retour is, er wordt aan het heelal geschud. Het blijkt toch minder stabiel en betrouwbaar te zijn dan wordt gedacht. De dag verandert in een grauwe nacht nu de zon zich verbergt. Het licht van de nacht wordt onheilspellend rood. Alle sterren worden aan het zicht onttrokken. Het gaat om een complete ineenstorting van het heelal. Jesaja profeteerde hier al over 23. Uitleggers verschillen overigens van mening of deze gebeurtenissen letterlijk moeten worden genomen of dat ze symbolisch moeten worden gezien. Letterlijk genomen is dit het tegendeel van een big-bang, die een heelal beschrijft dat altijd (versneld) uitdijdt. Het lijkt meer op een big crunch, terug naar het “niets” van het begin. Wat de actuele situatie is van het heelal heel ver weg weet niemand, daarvoor is het licht te lang onderweg, miljarden jaren. De meest moderne instrumenten spieden nu tot aan die ‘grens van het heelal’. Wetenschappers verwachten daar de gebeurtenissen te zien, van vele miljarden jaren terug die de vorming van de sterren en planeten betreffen. Maar nu de eerste beelden van de James Webb telescoop binnen komen lijkt het erop dat, tot zover men kan kijken, de sterrenstelsels, ‘wonderlijk genoeg’ daar er hetzelfde uitzien als de stelsels dichtbij. Dat stelt grote vragen aan wat men de ‘big bang’ theorie noemt.
14 καὶ ὁ οὐρανὸς ἀπεχωρίσθη ὡς βιβλίον ἑλισσόμενον en de hemel week terug als een boekrol, opgerold wordende καὶ πᾶν ὄρος en elke berg καὶ νῆσος ἐκ τῶν τόπων αὐτῶν ἐκινήθησαν. en eiland uit de plaatsen van hen werden bewogen.
Op aarde blijft niets op zijn plaats, zelfs niet de bergen en eilanden, en dit is vooraf gegaan door indrukwekkende gebeurtenissen van de hemel, zie het vorige vers. Gelovigen hoeven daar niet bang voor te worden zoals David al dichtte in psalm 46 24. Hoe komt, als alles vergaat, dan een nieuwe hemel en aarde tot stand? Laten wij dat maar gerust aan God, de HERE, de Schepper van hemel en aarde overlaten.
Openbaring noemt de gerichten die God over de aarde doet komen om mensen te waarschuwen plagen, zie bijv. 25, 26, 27, maar niet tekenen. De plagen herinneren aan de plagen die God over Egypte deed komen, opdat de Farao zich zou bekeren en Israël vrij zou laten. In Openbaring zijn de plagen bedoeld om de op de aarde gerichte mensen te laten voelen dat zij het daar niet van moeten verwachten. Dit om hen tot bekering te brengen. Maar net als in Egypte leidt dat ook hier niet tot resultaat.
Toekomstvoorspellers zoeken graag naar tekenen. Naar allerlei natuurverschijnselen, een donderslag bij heldere hemel, zonsverduistering, de maangestalten enz. en die te zien als het werk van goden die daarmee de mensen aangaven dat er iets onheilspellends gaat gebeuren. Zo beschrijft de historicus Josephus verschillende tekenen die in het jaar 69 nC vooraf zouden zijn gegaan aan de inname en verwoesting van Jeruzalem een jaar later. Zo was er 18 oktober ‘69 een complete maansverduistering waarbij de maan zichtbaar bleef in een bloedrode kleur. Dit als gevolg van het avondlicht dat de aarde weerkaatste, maar toen wellicht niet als een ‘gewoon’ natuurverschijnsel begrepen. Nog altijd mogen ‘bloedmanen’ op veel belangstelling rekenen van hedendaagse toekomstvoorspellers en zij blijken het steeds mis te hebben.
Als in Openbaring het woord tekenen wordt gebruikt, dan zit daar de verleider achter. Tekenen om mensen te verleiden, verricht door het beest en zijn trawanten 28, 29 en 30. Tekenen zoeken en daar het leven naar richten buiten God om is speculeren, leidt tot vals vertrouwen, tot afgodendienst. Dit leidt niet tot bekering en het leven toevertrouwen aan God. God geeft via zijn profeten soms inzicht in toekomstige gebeurtenissen. God geeft zijn dienaren soms ook wel tekenen te doen, niet om de toekomst er uit af te leiden, maar om te tonen dat Hij achter hen staat. Het is zaak om de ware van de valse profeten te leren onderscheiden. Voorspellen van de toekomst komt vaak van de verkeerde kant 31, 32.
15 Καὶ οἱ βασιλεῖς τῆς γῆς en de koningen van de aarde καὶ οἱ μεγιστᾶνες en de aanzienlijksten
de hoogste kringen in de maatschappij, de koningen en hun directe dienaren
καὶ οἱ χιλίαρχοι en de oversten over duizend de hoogste militaire machthebbers
καὶ οἱ πλούσιοι en de rijken καὶ οἱ ἰσχυροὶ en de sterken twee groepen machtige burgers
καὶ πᾶς δοῦλος en elke slaaf alle ondergeschikten
καὶ ἐλεύθερος en (elke) vrije de meest eenvoudige burgers die geen slaaf waren.
Een opsomming van alle aardbewoners, van hoog tot laag. Ongeacht hun rang of stand zitten zij vastgekleefd aan deze aarde, verwachten er alles van. Zij dienen hier hun zelfgemaakte goden, goden om op te bouwen en te vertrouwen buiten God om. Wetenschap, techniek, economie, handel, internationale organisaties enz. die welvaart brengen, vrede, voorspoed, gezondheid, maar tot welke prijs?. De hoogst gezetenen staan voorop, de leiders en de meest verantwoordelijken. Maar niemand kan zeggen ik heb het niet geweten, ook niet de laagst geplaatsten, de vrijen en de slaven. Allen blijken vijanden te zijn van God en van zijn volk. En wie kinderen van God onterecht hebben verstoten en omgebracht weten dat daarvan nu rekenschap moet worden afgelegd.
ἔκρυψαν ἑαυτοὺς εἰς τὰ σπήλαια zij hebben verborgen zich in de spelonken/ rotsholen
καὶ εἰς τὰς πέτρας τῶν ὀρέων en in de rotsen van de bergen
Jesaja profeteert hiervan 33. Vluchten naar de bergen en je daar verstoppen is een oude gewoonte. Wanneer een vijand een stad of dorp bedreigde, waren de bergen en rotsen vaak veiliger 34, 35.
Het is opvallend dat ook de Here Jezus aanbeveelt om, wanneer de verwoesting van Jeruzalem dichtbij komt, naar de bergen te vluchten 36, 37, 38. Het is bekend dat veel christenen aan die oproep tijdig gehoor hebben gegeven. Dit heeft onder Joden, die niet in Jezus geloofden, kwaad bloed gezet omdat zij hen als deserteurs zagen. Dus vluchten mag 39.
16 καὶ λέγουσιν τοῖς ὄρεσιν en zij zeggen tot de bergen καὶ ταῖς πέτραις· en tot de rots(blokk)en πέσετε ἐφ’ ἡμᾶς valt op ons
καὶ κρύψατε ἡμᾶς ἀπὸ προσώπου τοῦ καθημένου ἐπὶ τοῦ θρόνου en verberg ons, weg van het aangezicht van de Zittende op de troon
Dit is een ander vluchten dan waar de Here Jezus over sprak. Duidelijk niet om bij Hem te kunnen schuilen en gespaard te worden.
καὶ ἀπὸ τῆς ὀργῆς τοῦ ἀρνίου, en weg van de toorn van het Lam.
De aardbewoners zien als het ware “Wie zij doorstoken hebben”. Dat betreft niet alleen Jezus Christus, maar ook al zijn broeders en zusters, die zij hebben omgebracht. Dat hebben zij ook aan Hem gedaan 40, 41.
17 ὅτι ἦλθεν ἡ ἡμέρα ἡ μεγάλη omdat hij is gekomen, de dag, de grote,
De dag.., het is duidelijk bekend voor de hoorders welke dag, de dag is, de grote. De dag des HEREN als het eindoordeel wordt uitgesproken.
τῆς ὀργῆς αὐτῶν, van de toorn van Hem/Hen
De handschriften variëren tussen Hem (HF en TR) en Hen (NA28). Hem past het best, maar is misschien door kopiisten als te rigoureus opgevat omdat zo ook het Lam zal toornen op die grote dag. Maar het laatste is zeker bijbels, zie Joh 5 42, Mat 25 43, Hand 10 44, 2 Thess 2 45.
καὶ τίς δύναται σταθῆναι; en wie zal bij machte zijn te blijven staan (/dat te doorstaan) ?
Een retorische vraag, dat kan toch niemand…. volgens deze aardbewoners. Het is een uitdrukking als in het OT bijv. Mal 3 46. Ofschoon het Lam strijdt met alleen het Woord, toch is vrees voor Hem zeker terecht 47. De aardbewoners ontdekken dat zij niet bij machte zijn Hem te weerstaan. Al hun hoogmoed en macht gaat teniet. De gelovigen in de hemel mogen rusten (vijfde zegel) maar voor de ongelovige heersers, ongeacht rang of stand die het Lam verworpen hebben, is er alleen angst. Het verbreken van dit zesde zegel is duidelijk een reactie op de vraag van de zielen aan de voet van het altaar.
Merk weer op dat in de structuur van Openbaring bij een zesde deel uit een serie van zeven steeds een einde wordt beschreven. Dat was ook in de brieven al het geval en zal zich blijven herhalen. Het is een van de duidelijke aanwijzingen dat Openbaring niet lineair van begin tot einde als een doorlopende geschiedenis moet worden gelezen, en dat een volgende gedeelte in tijd gezien niet altijd later valt dan wat eraan vooraf gaat.
Maar voordat nu het definitieve einde doorzet…. en het laatste zegel verbroken, worden alle gelovigen verzegeld en beschermd zoals het volgende gedeelte toont. Want, er zullen er zijn, die toch staande blijven.
Ga verder naar Opb 7:1-3
Ga terug naar Opb 6:9-11
- ‘En zie’ (HSV) staat niet in de betere handschriften [↩]
- Hand 4:17 Maar laten wij, opdat het niet nog verder onder het volk bekend raakt, hun met de grootste dreiging gebieden dat zij tot geen enkel mens meer in die Naam mogen spreken. 18 En na hen geroepen te hebben, gaven zij hun het bevel helemaal niet meer te spreken of te onderwijzen in de Naam van Jezus. 19 Maar Petrus en Johannes antwoordden en zeiden tegen hen: Oordeel zelf of het juist is in Gods ogen, meer naar u te luisteren dan naar God. 20 Want wij kunnen niet nalaten te spreken over wat wij gezien en gehoord hebben. 21 Maar zij dreigden hen nog meer en omdat zij niets konden vinden om hen te straffen, lieten zij hen gaan.. [↩]
- Hand 4:24 En toen zij dat gehoord hadden, verhieven zij eensgezind hun stem tot God en zeiden: Heere (Despota)! U bent de God Die de hemel en de aarde en de zee gemaakt hebt, en alle dingen die er in zijn,… 29 Nu dan, Heere, sla acht op hun bedreigingen en geef Uw dienstknechten met alle vrijmoedigheid Uw Woord te spreken, 30 doordat U Uw hand uitstrekt tot genezing en er tekenen en wonderen gebeuren door de Naam van Uw heilig Kind Jezus. [↩]
- 31 En toen zij gebeden hadden, werd de plaats waar zij bijeen waren, bewogen. En zij werden allen vervuld met de Heilige Geest en spraken het Woord van God met vrijmoedigheid. [↩]
- Hand 16:25 En omstreeks middernacht baden Paulus en Silas en zongen lofzangen voor God. En de gevangenen luisterden naar hen. 26 En er vond plotseling een grote aardbeving plaats, zodat de fundamenten van de gevangenis bewogen werden; en onmiddellijk gingen alle deuren open en raakten de boeien van allen los. [↩]
- 7 Want het ene volk zal tegen het andere volk opstaan, en het ene koninkrijk tegen het andere koninkrijk; en er zullen hongersnoden zijn en besmettelijke ziekten en aardbevingen in verscheidene plaatsen. [↩]
- Mat 24:30 En dan zal aan de hemel het teken van de Zoon des mensen verschijnen; en dan zullen al de stammen van de aarde rouw bedrijven en zij zullen de Zoon des mensen zien, als Hij op de wolken van de hemel komt met grote kracht en heerlijkheid. 31 En Hij zal Zijn engelen uitzenden onder luid bazuingeschal, en zij zullen Zijn uitverkorenen bijeenbrengen uit de vier windstreken, van het ene uiterste van de hemelen tot het andere uiterste ervan. [↩]
- Mark 13:26 En dan zullen ze de Zoon des mensen zien komen in de wolken, met grote kracht en heerlijkheid. 27 En dan zal Hij Zijn engelen uitzenden en Zijn uitverkorenen bijeenbrengen uit de vier windstreken, van het uiterste van de aarde tot het uiterste van de hemel. [↩]
- Luk 21:27 En dan zullen zij de Zoon des mensen zien komen in een wolk, met grote kracht en heerlijkheid. 28 Wanneer nu deze dingen beginnen te geschieden, kijk dan omhoog en hef uw hoofd op, omdat uw verlossing nabij is. [↩]
- Haggai 2: 7 Want zo zegt de HEERE van de legermachten: Nog één ogenblik, en dat is een korte tijd, dan zal Ik de hemel, de aarde, de zee en het droge doen beven. [↩]
- Joël 2:10 Bij die aanblik siddert de aarde, beeft de hemel. Zon en maan worden in het zwart gehuld en de sterren trekken hun licht in. [↩]
- Joël 3:14b want de dag van de HEERE is nabij in het dal van de dorsslede. 15 Zon en maan worden in het zwart gehuld en de sterren hebben hun schijnsel ingetrokken. 16a De HEERE zal vanaf Sion brullen als een leeuw,vanuit Jeruzalem zal Hij Zijn stem laten klinken, zodat hemel en aarde zullen beven…. [↩]
- Jes 24:18 Want de sluizen in de hoogte worden geopend en de fundamenten van de aarde zullen beven. 19 Scheuren, openscheuren zal de aarde,splijten, opensplijten zal de aarde, vervaarlijk wankelen zal de aarde, 20 hevig waggelen zal de aarde, als een dronkaard. Zij zal heen en weer slingeren als een nachthutje, haar overtreding zal zwaar op haar drukken, zij zal neervallen en niet meer opstaan. [↩]
- Lukas 21:26 En het hart van de mensen zal bezwijken van vrees en verwachting van de dingen die de wereld zullen overkomen, want de krachten van de hemelen zullen heftig bewogen worden. [↩]
- Joël 2:31 De zon zal veranderd worden in duisternis en de maan in bloed, voor die dag van de HEERE komt, die grote en ontzagwekkende [↩]
- Jes 24:23 De volle maan zal rood worden van schaamte, de gloeiende zon zal beschaamd worden, als de HEERE van de legermachten zal regeren [↩]
- Ez 32:7 Ik zal de hemel bedekken wanneer Ik u uit blus, zijn sterren zal Ik in het zwart hullen. Ik zal de zon met wolken bedekken, en de maan zal zijn licht niet laten schijnen. [↩]
- Opb 21:23 En de stad heeft de zon en de maan niet nodig om haar te beschijnen, want de heerlijkheid van God verlicht haar, en het Lam is haar lamp. [↩]
- Omdat Victorinus een verdediger was van het 1000-jarig rijk, d.w.z. het idee dat Christus terugkomt voorafgaand aan dat rijk (pre-millianisme), is hij later in de ban gedaan. [↩]
- En de engel nam het wierookvat en vulde dat met het vuur van het altaar en wierp het op de aarde, en er kwamen stemmen, donderslagen, bliksemstralen en een aardbeving. [↩]
- En de tempel van God in de hemel werd geopend en de ark van Zijn verbond werd zichtbaar in Zijn tempel. En er kwamen bliksemstralen, stemmen, donderslagen, een aardbeving en grote hagel. [↩]
- En er kwamen stemmen, donderslagen en bliksemstralen. En er kwam een grote aardbeving, zo een als er niet is geweest sinds er mensen op de aarde geweest zijn: zo’n aardbeving, zo groot! [↩]
- 34:4 Heel het sterren leger aan de hemel zal vergaan. De hemel zal opgerold worden als een boekrol, en heel zijn leger zal vallen, zoals bladeren vallen van een wijnstok, en zoals vijgen vallen van een vijgenboom. [↩]
- 2 God is ons een toevlucht en vesting; Hij is in hoge mate een hulp gebleken in benauwdheden. 3 Daarom zullen wij niet bevreesd zijn, al veranderde de aarde van plaats en werden de bergen verzet naar het hart van de zeeën. [↩]
- Opb 9:20 En de overige mensen, die niet door deze plagen werden gedood, bekeerden zich niet van de werken van hun handen; zij bleven de demonen aanbidden en de gouden, zilveren, koperen, stenen en houten afgoden, die niet kunnen zien, horen of lopen. [↩]
- Opb 15:1 En ik zag een ander teken in de hemel, groot en wonderbaarlijk: zeven engelen met de zeven laatste plagen. Want daarmee zal de toorn van God tot een einde gekomen zijn. [↩]
- Opb 16:9 En de mensen werden verzengd door grote hitte. Maar zij lasterden de Naam van God, Die macht heeft over deze plagen, en zij bekeerden zich niet om Hem eer te geven. [↩]
- Opb 13:14 En het misleidt hen die op de aarde wonen door middel van de tekenen die het gegeven zijn te doen voor de ogen van het beest. En het zegt tegen hen die op de aarde wonen, dat zij een beeld moeten maken voor het beest dat de wond van het zwaard had en weer levend werd. [↩]
- Opb 16:14 Dit zijn namelijk de geesten van de demonen, die tekenen doen en die uitgaan naar de koningen van de aarde en van de hele wereld, om hen te verzamelen voor de oorlog van de grote dag van de almachtige God. [↩]
- Opb 19:20 En het beest werd gegrepen, en met hem de valse profeet, die in zijn tegenwoordigheid de tekenen gedaan had, waardoor hij hen misleid had die het merkteken van het beest ontvangen hadden en die zijn beeld aanbeden hadden. [↩]
- Jes 47:13 U bent moe geworden van uw vele plannen. Laten zij toch opstaan die de hemel waarnemen, die naar de sterren kijken, die bij nieuwe maan voorspellingen doen; laten zij u verlossen van de dingen die over u zullen komen! [↩]
- Hand 16:16 En het gebeurde toen wij naar de plaats van het gebed gingen, dat een zekere slavin die een waarzeggende geest had, ons tegemoet kwam. Zij verschafte haar meesters veel inkomsten met waarzeggen. 17 Zij liep achter Paulus en ons aan en riep voortdurend: Deze mensen zijn dienstknechten van God, de Allerhoogste, die ons een weg naar de zaligheid verkondigen 18 En dat deed zij vele dagen lang. Maar Paulus, die zich daar aan ergerde, keerde zich om en zei tegen de geest: Ik gebied u in de Naam van Jezus Christus uit haar weg te gaan! En hij ging op hetzelfde moment uit haar weg. [↩]
- Jes 2:19-21 Dan zullen zij de grotten van de rotsen binnengaan en de holen in de grond, uit angst voor de HEERE en vanwege de glorie van Zijn majesteit, als Hij opstaat om de aarde te verschrikken. 20 Op die dag zal de mens zijn zilveren afgoden en zijn gouden afgoden, die hij voor zichzelf gemaakt had om zich daarvoor neer te buigen, voor de ratten en de vleermuizen werpen. 21 Dan zullen zij de spleten in de rotsen binnengaan en de kloven in de rotsen, uit angst voor de HEERE, en vanwege de glorie van Zijn majesteit, als Hij opstaat om de aarde te verschrikken. [↩]
- Gen 19:17 En het gebeurde, toen zij hen buiten de stad gebracht hadden, dat Hij zei: Vlucht voor uw leven, kijk niet achter u en blijf nergens op heel deze vlakte staan; vlucht naar het bergland, anders wordt u (Lot) weggevaagd. [↩]
- Jer 4:29 Voor het geroep van ruiters en boogschutters slaat heel de stad op de vlucht. Ze gaan de struiken in of klimmen op de rotsen. Elke stad is verlaten – niemand die er nog in woont. [↩]
- Mat 24:16 laten dan zij die in Judea zijn, vluchten naar de bergen. [↩]
- Mar 13:14 Wanneer u dan de gruwel van de verwoesting, waarover door de profeet Daniël gesproken is, zult zien staan waar het niet behoort – laat hij die het leest, daarop letten! – laten dan zij die in Judea zijn, vluchten naar de bergen. [↩]
- Luk 21:21 Laten dan wie in Judea zijn, vluchten naar de bergen en wie in het midden van Jeruzalem zijn, daaruit wegtrekken en wie op de velden zijn, er niet in gaan. [↩]
- Hand 14: 5 En toen er een oploop ontstond, zowel van heidenen als van Joden, met hun leiders, om hen smadelijk te behandelen en te stenigen, 6 vluchtten zij, toen dit tot hen doorgedrongen was, naar de steden van Lycaonië, namelijk Lystre en Derbe, en de omgeving ervan. 7 En zij (Paulus en Barnabas) verkondigden daar het Evangelie. [↩]
- Mattheüs 25). Daarom vrezen zij terecht Gods toorn. Zij hebben de kruisdood van Christus nooit aanvaard als het offer voor de zonde van de wereld om met God verzoend te worden. Niemand van hen zoekt nog hulp bij God, maar allen vluchten weg in angst voor het eindoordeel. Het is de vraag of zij in de bergen de dood zoeken of dat zij, ten onrechte, menen in een door gevallen rotsen afgesloten spelonk veilig te zijn. Het laatste is het meest waarschijnlijk omdat zij spreken over het aangezicht van God. Dat wijst op het besef dat God hen ziet. Het Evangelie is overal gepredikt. Onder hen is er geen die God nog zoekt om van Hem genade te ontvangen. Dan komt het einde ((Hos 10: 8 Weggevaagd zullen worden de hoogten van Aven, de zonde van Israël; doornen en distels zullen opschieten tot boven hun altaren. Dan zullen zij tegen de bergen zeggen: Bedek ons! en tegen de heuvels: Val op ons! [↩]
- Luk 23:30 Dan zullen zij beginnen te zeggen tegen de bergen: Val op ons, en tegen de heuvels: Bedek ons. [↩]
- 21 Want zoals de Vader de doden opwekt en levend maakt, zo maakt ook de Zoon levend wie Hij wil. 22 Want ook de Vader oordeelt niemand, maar heeft heel het oordeel aan de Zoon gegeven, 23 opdat allen de Zoon eren zoals zij de Vader eren. [↩]
- 31 Wanneer de Zoon des mensen komen zal in Zijn heerlijkheid en al de heilige engelen met Hem, dan zal Hij zitten op troon van Zijn heerlijkheid. en vers 46: En dezen zullen gaan in de eeuwige straf, maar de rechtvaardigen in het eeuwige leven. [↩]
- 42 En Hij (Jezus) heeft ons bevolen tot het volk te prediken en te getuigen dat Hij Degene is Die door God aangesteld is tot een Rechter over levenden en doden. [↩]
- En dan zal de wetteloze geopenbaard worden. De Heere zal hem verteren door de Geest van Zijn mond en hem tenietdoen door de verschijning bij Zijn komst; [↩]
- 2 Maar wie zal de dag van Zijn komst verdragen? Wie zal bij Zijn verschijning standhouden? Want Hij is als vuur van een edelsmid, en als zeep van de blekers. [↩]
- Jes 11:4b Maar Hij zal de aarde slaan met de roede van Zijn mond en met de adem van Zijn lippen zal Hij de goddeloze doden. [↩]