Ga naar de inhoud

Openbaring hoofdstuk 1 vers 7-8

Openbaring in het kort, een overzicht
Introductie op Openbaring
Hoofdstukken Openbaring
hoofdpagina site

Jezus komt terug!

HSV 7 Zie, Hij komt met de wolken, en elk oog zal Hem zien, ook zij die Hem doorstoken hebben. En alle stammen van de aarde zullen rouw over Hem bedrijven. Ja, amen. 8 Ik ben de Alfa en de Omega, het Begin en het Einde, zegt de Heere, Die is en Die was en Die komt, de Almachtige.

NBG 7 Zie, Hij komt met de wolken en elk oog zal Hem zien, ook zij, die Hem hebben doorstoken; en alle stammen der aarde zullen over Hem weeklagen. Ja, amen. 8 Ik ben de alfa en de omega, zegt de Here God, die is en die was en die komt, de Almachtige.

NBV21 7 Hij komt met de wolken, en dan zal iedereen hem zien, ook degenen die Hem doorstoken hebben. Alle volken op aarde zullen over Hem weeklagen. Ja, amen. 8 ‘Ik ben de alfa en de omega,’ zegt God, de Heer, ‘ik ben het die is, die was en die komt, de Almachtige.’

7 Ἰδοὺ ἔρχεται μετὰ τῶν νεφελῶν, Zie! Hij komt met de wolken
De Here Jezus Christus komt spoedig terug! De oproep “Zie…” komt vaak voor in Openbaring. Dat vraagt direct om aandacht, de verwachting stijgt. Je ziet Hem al bijna komen zoals de tegenwoordige tijd “Hij komt” aangeeft.
Ps 104:3 spreekt over God die heerst over heel zijn schepping en die de wolken ‘gebruikt als een wagen’ 1. Hij komt met de wolken vervult de profetie van Daniël 7:13 2. In het NT zegt Jezus ook zelf dat Hij komt met de wolken, in Mark 13:26 3, Matt 26:64b 4 en Lukas 21:27 5 . Alleen Mattheüs heeft op de wolken, maar dat zal niet letterlijk zijn bedoeld. In of met is beter.
καὶ ὄψεται αὐτὸν πᾶς ὀφθαλμὸς en het zal zien Hem, elk oog, καὶ οἵτινες αὐτὸν ἐξεκέντησαν, ook allen wie Hem hebben doorstoken.
Bij de opening van het zesde zegel zien bewoners van de aarde de dag van Jezus naderen. En zij verbergen zich voor de toorn van het Lam. Zij vrezen het oordeel, zij hebben zich niet willen bekeren. Maar zich verbergen helpt dan niet meer. Het is waar, elk oog zal Hem zien en Hij zal hen zien. Alle onrecht gedaan aan Hem en al zijn broeders en zusters wordt gewroken en al wat goed was krijgt loon bij het laatste oordeel (Mat 25). Maar voordat die dag aanbreekt kan het ook anders.
Want wat volgt is een bijzondere toevoeging. Ook allen die Hem hebben doorstoken zullen Hem zien, zij verbergen zich niet. Vrezen zij geen straf? Had Jezus al niet om vergeving gebeden voor hen die Hem dit aandeden? En zou dat niet verhoord zijn? Daarom gaat de tekst verder, zij zullen rouw bedrijven.
Johannes schrijft dat het schriftwoord waar op wordt gedoeld, Zacharia 12:10 6 al wordt vervuld bij de kruisiging 7. Heeft alleen het natuurlijke Israël Hem doorstoken? Hoe dan ook, het was maar een heel klein deel van het volk. We lezen hier inleidende woorden op Openbaring, het is erg compact beschreven, later komt alles uitgebreider aan de orde. Maar deze inleiding zet wel de toon voor heel het boek.
De gelovigen uit de volken mogen niet neerkijken op (de) Joden, als zouden alleen zij Jezus hebben doorstoken. Laat ieder maar instemmen met het gedicht van Jacob Revius (1586 – 1658).

’T en sijn de Joden niet, Heer Jesu, die u cruysten,
Noch die verradelijck u togen voort gericht,
Noch die versmadelijck u spogen int gesicht,
Noch die u knevelden, en stieten u vol puysten,

T’en sijn de crijghs-luy niet die met haer felle vuysten
Den rietstock hebben of den hamer opgelicht,
Of het vervloecte hout op Golgotha gesticht,
Of over uwen rock tsaem dobbelden en tuyschten:

Ick bent, ô Heer, ick bent die u dit hebt gedaen,
Ick ben den swaren boom die u had overlaen,
Ick ben de taeye streng daermee ghy ginct gebonden,
De nagel, en de speer, de geessel die u sloech,
De bloet-bedropen croon die uwen schedel droech:
Want dit is al geschiet, eylaes! om mijne sonden.

Voor wie de ogen opengaan voor wat het lijden van Jezus betekent, zal niet anders kunnen doen dan bitter klagen over zichzelf. De eigen schuld, de eigen zonden maakten het nodig dat Jezus voor hun verlossing dit oordeel van God heeft moeten en willen dragen. Zacharia profeteert over dit rouwbetoon dat het hen uit genade wordt gegeven als zij met eigen ogen zien dat zij Hem hebben doorstoken. Hun rouwklacht wordt ingegeven door de Geest van de genade en van de gebeden! Het was onverdiend, want Hij kwam tot het zijne en de zijnen hebben Hem niet aangenomen (Joh 1:11) en voor wie geldt dat niet? Wat een troost om te lezen dat God uit genade, op gebeden 8 zijn Geest zendt om ogen te openen, opdat schuld gezien en beleden mag worden. Om vergeving te ontvangen en Jezus als je Redder te zien, de Levende, de Eerstgeborene van de doden! De Eniggeborene van de Vader, zijn enig kind, zijn enige Zoon die naar de wereld kwam om zondaren te redden. En Die terug komt!
καὶ κόψονται ἐπ’ αὐτὸν en zij zullen zich slaan over Hem
Slaan op de borst is teken van spijt, van rouw, zoals genoemd in de profetie van Zacharia. Lukas schrijft dat dit na de kruisiging al gebeurde 9. Zo ook, als enkele weken later duizenden Israëlieten Jezus weer zien als de Gekruisigde en berouwvol reageren op de preek van Petrus 10.
πᾶσαι αἱ φυλαὶ al de stammen
Het Griekse woord ‘phulè’ voor stam, geeft een natuurlijke afstamming aan. In het NT duidt het altijd de stammen van Israël aan. Let op het lidwoord de voor stammen, het is een bekende groep. Vaak zijn ook de gelovigen daarbij gerekend uit de niet-Joden (de ethnē, de ‘heidenen’), die door geloof in Jezus Christus bij Israël zijn ingelijfd, zoals blijkt uit o.a. Mat 24:29 11. Maar lees Mattheüs wel in zijn Joodse context. De uitverkorenen zijn allen die bij Gods eigen volk (Grieks laos) behoren. Waar dan ook op aarde deze stammen van het ware Israël, de uitverkorenen, zich bevinden, zij worden allen verzameld en bij Jezus gebracht. Meer over laos en ethnos/ethnē en het laatste oordeel is te lezen in deze studie over Mat 24 en 25.
In Openbaring komt het woord stam vaak terug, bijv. in 12, 13, 14. Maar bijbelvertalingen geven gemakkelijk verwarring. Soms is stammen afgeleid van een ander grondwoord, namelijk van patria. Het wijst dan op het geslacht dat uit de vader (pater) voortkomt. Zo staat bijv. in de NBG in Hand 3:25 Gij zijt de zonen van de profeten en van het verbond, dat God met uw vaderen gemaakt heeft, toen Hij tot Abraham zei: En in uw nageslacht zullen alle stammen der aarde gezegend worden. Maar dat is geen correcte vertaling. De (H)SV heeft “alle geslachten der aarde” wat beter is, volken kan hier ook. Want het gaat om het Evangelie dat na Pinksteren tot aan het einde van de aarde verkondigd wordt. De oude SV heeft overal het Griekse “stammen” ten onrechte met geslachten vertaald, ook als het duidelijk over de stammen van Israël gaat. Een enkele keer (Jak 1:1) vertaalt de SV wel met “de twaalf stammen” als het Grieks daar één samengesteld woord voor gebruikt. De HSV en de NBG vertalen het Griekse φυλαὶ (phulai) steeds correct met stammen. Maar de NBV21 vertaalt φυλαὶ slechts een paar keer met stammen, meestal onterecht met volken.
τῆς γῆς. van het land /de aarde)!
In de vertaling ‘van de aarde’ wijst aarde op het grondgebied, dat wordt bewoond en bewerkt, zonder accent te leggen op grenzen. Het gaat om het land tegenover de hemel zoals het Evangelie verkondigd wordt op heel de aarde 15. Het grondwoord komt meer dan tachtig keer voor in Openbaring en heeft dan steeds deze betekenis, de aarde tegenover de hemel. Al de stammen van Israël zijn verspreid over de gehele aarde. Toch is het de stellige verwachting, op grond van het OT, dat alle stammen weer bijeen gebracht zullen worden. Moet dat per se in het land Israël? Er is nog slechts een minderheid van oorspronkelijke ballingen teruggekeerd naar Judea, Galilea enz.. Het is ook de vraag of alle ‘verdwenen’ stammen nog ontdekt zullen worden. Velen uit die stammen zijn vermengd en opgegaan in de andere volken op aarde. En, zoals eerder gezegd, kunnen alle gelovigen in Jezus ‘opgenomen’ worden gedacht in Israël. Daarbij inbegrepen de gelovigen uit de ‘verloren’ stammen. Vertalen met ‘alle stammen van de aarde’ is juist, vooral ook omdat alle andere passages in Openbaring het Griekse γῆ met aarde vertalen. Bovendien is dit vers onderdeel van de inleiding op het boek. Dan wordt zonder meer verwacht dat wat nog komt in het boek daarmee overeenstemt.
De Messias belijdende Jood David Stern pleit er voor om te vertalen met “de stammen van het land”. γῆ kan inderdaad naast aarde ook land betekenen. Stern kiest ervoor omdat de stammen, volgens hem uitsluitend het natuurlijke Israël betreffen, en dat is correct. Maar hij ziet het als vervulling van een profetie voor de eindtijd waarin Israël weer in het ‘eigen land’ zal zijn. Maar het Griekse γῆ duidt nooit een land aan met vastgelegde grenzen zoals wij spreken over Nederland, Duitsland, Engeland enz., het gaat nooit om naties. Het gaat meer om een landstreek, zoals die in het NT Judea, Samaria enz. heet. Over grenzen kan uit dit vers niets worden afgeleid. Bovendien, in de tekst gaat het om de stammen, niet om het land. Er staat niet ‘het land van de stammen’.
Nu is het zeker een wonder te noemen dat Joden, na bijna 2000 jaar verstrooiing, weer wonen in de landstreek die God Abraham aanwees. En dat is ook een teken dat aangeeft dat het einde niet ver meer is. Vooral een teken van genade, opdat voor Israël in deze tijd de ogen opengaan voor Hem die zo goed voor haar is. En dat zonder enige verdienste van haar kant 16. Van bekering naar God is in Israël nog niet veel te zien. Wel is er, met name wereldwijd, een groeiende Messiaanse beweging onder de Joden. Ook daarom de blik niet vernauwen naar ‘de stammen van het land’; ‘de stammen van de aarde’ past prima.
Er zijn verschillende tekenen dat het einde dichtbij is, maar dat kan geen reden zijn de vertaling daar op aan te passen. Wij zien dat 1. een groot deel van de Joden weer terug is in de aan Abraham beloofde landstreek. Dat 2. steeds meer Joden Jezus als hun Messias zien. En 3. dat het Evangelie bijna overal en in alle talen zal zijn verkondigd en straks misschien nergens meer wordt aanvaard. Want dat bepaalt het moment dat het aantal vol is van allen die behouden worden. Paulus schrijft dat dan de volheid van de heidenen is binnengegaan 17, 18. En met binnengaan van de heidenen, bedoelt Paulus dat de gelovigen uit de niet-Joden in het ware Israël worden opgenomen.

ναί, ἀμήν. Ja, Amen!
Een krachtig besluit van de stellige verwachting van de komst van Jezus. Ja, zo is het, zo zal het zijn!

8 Ἐγώ εἰμι τὸ ἄλφα καὶ τὸ ὦ, Ik, Ik ben de Alfa en de Omega, arch kai telov Begin en Einde (ander handschrift) λέγει κύριος ὁ θεός, zegt Hij, de HERE, God,
Ineens spreekt God zelf. Zo spraken ook de profeten in het OT. Zo zegt de HERE… Het is de eerste van vier “Ik, Ik ben” uitspraken in Openbaring. Wij lezen dit van God (mogelijk hier en ook in 21:6) en tweemaal van Jezus Christus (1:18 en 22:16). Jes 44: 6 Zo zegt de HERE, de Koning en Verlosser van Israel, de HERE der heerscharen: Ik ben de eerste en Ik ben de laatste en buiten Mij is er geen God. De Here der heerscharen is de Heerser over de hemelse legermachten, over alle engelen. De alfa en de omega zijn de eerste en de laatste letter van het Griekse alfabet. De toevoeging in latere handschriften “begin en einde” is mogelijk gedaan om het uit te leggen aan niet Joodse lezers en hoorders. Uit wat volgt is het duidelijk dat wat tussen begin en einde ligt aan God en zijn Zoon toebehoort. Heel de loop van de geschiedenis is in zijn hand.
ὁ ὢν καὶ ὁ ἦν καὶ ὁ ἐρχόμενος, ὁ παντοκράτωρ. De Zijnde en Die Was en de Komende, (zie vers 4) de Almachtige. De Almachtige is Hij Die Goddelijke macht (kratos) heeft over alles. Hij is de Pantokrator (Grieks). Niets in ruimte of tijd staat buiten zijn macht. Hij regeert het gehele universum en bepaalt het verloop van de geschiedenis. Pantokrator is de vertaling voor het Hebreeuwse de HERE Sebaoth zoals in Jes. 44: de HERE van de hemelse heerscharen/ legermachten. Deze titel komt enkele malen terug in Openbaring.

Dit spreken van de Here God beëindigt de inleiding van de brief. Wat volgt, is het woord van de Here God en zijn Zoon zoals dat aan Johannes is geopenbaard.

ga verder naar Opb 1:9-11
ga terug naar Opb 1:4-6

  1. Hij zoldert zijn opperzalen in de wateren, Hij maakt de wolken tot zijn wagen, Hij wandelt op de vleugelen van de wind. []
  2. Ik bleef toekijken in de nachtgezichten en zie, met de wolken des hemels kwam iemand gelijk een mensenzoon; hij begaf zich tot de Oude van dagen, en men leidde hem voor deze; 14 en hem werd heerschappij gegeven en eer en koninklijke macht, en alle volken, natiën en talen dienden hem. Zijn heerschappij is een eeuwige heerschappij, die niet zal vergaan, en zijn koningschap is een, dat onverderfelijk is. []
  3. En dan zullen ze de Zoon des mensen zien komen in de wolken, met grote kracht en heerlijkheid. []
  4. Maar Ik zeg u: Van nu aan zult u de Zoon des mensen zien zitten aan de rechterhand van de kracht van God en zien komen op de wolken van de hemel. []
  5. En dan zullen zij de Zoon des mensen zien komen in een wolk, met grote kracht en heerlijkheid. []
  6. 12:9 En het zal te dien dage geschieden, dat Ik zal zoeken te verdelgen alle heidenen, die tegen Jeruzalem aankomen. 10 Doch over het huis Davids, en over de inwoners van Jeruzalem, zal Ik uitstorten den Geest der genade en der gebeden; en zij zullen Mij aanschouwen, Dien zij doorstoken hebben, en zij zullen over Hem rouwklagen, als met de rouwklacht over een enigen zoon; en zij zullen over Hem bitterlijk kermen, gelijk men bitterlijk kermt over een eerstgeborene. []
  7. Joh 19:34 Maar een der krijgsknechten doorstak Zijn zijde met een speer, en terstond kwam er bloed en water uit. 35 En die het gezien heeft, die heeft het getuigd, en zijn getuigenis is waarachtig; en hij weet, dat hij zegt, hetgeen waar is, opdat ook gij geloven moogt. 36 Want deze dingen zijn geschied, opdat de Schrift vervuld worde: Geen been van Hem zal verbroken worden. 37 En wederom zegt een andere Schrift: Zij zullen zien, in Welken zij gestoken hebben. []
  8. Luk 11:13 Als u die slecht bent, uw kinderen dus goede gaven weet te geven, hoeveel te meer zal de hemelse Vader de Heilige Geest geven aan hen die tot Hem bidden? []
  9. Lu 23:48 En al de scharen, die voor dit schouwspel samengekomen waren, keerden terug toen zij aanschouwd hadden, wat er geschied was, en sloegen zich op de borst. []
  10. Hand 2: 36 Zo wete dan zekerlijk het ganse huis Israëls, dat God Hem tot een Heere en Christus gemaakt heeft, namelijk dezen Jezus, Dien gij gekruist hebt. 37 En als zij dit hoorden, werden zij verslagen in het hart, en zeiden tot Petrus en de andere apostelen: Wat zullen wij doen mannen broeders? []
  11. Terstond na de verdrukking dier dagen zal de zon verduisterd worden en de maan zal haar glans niet geven en de sterren zullen van de hemel vallen en de machten der hemelen zullen wankelen. 30 En dan zal het teken van de Zoon des mensen verschijnen aan de hemel en dan zullen alle stammen der aarde (of: van het land) zich op de borst slaan en zij zullen de Zoon des mensen zien komen op de wolken des hemels, met grote macht en heerlijkheid. 31 En Hij zal zijn engelen uitzenden met luid bazuingeschal en zij zullen zijn uitverkorenen verzamelen uit de vier windstreken, van het ene uiterste der hemelen tot het andere. []
  12. Opb 5:5 En een van de ouderlingen zei tot mij: Ween niet; zie, de Leeuw, Die uit den stam van Juda is, []
  13. Opb 7:4 En ik hoorde het getal van hen, die verzegeld waren: honderdvierenveertigduizend waren verzegeld uit alle stammen der kinderen Israëls. []
  14. Opb 21:12 En zij had een grote en hoge muur en zij had twaalf poorten en op de poorten twaalf engelen, en namen op de poorten geschreven, welke zijn die van de twaalf stammen der kinderen Israëls. []
  15. Hand 1:8 Maar gij zult ontvangen de kracht des Heiligen Geestes, Die over u komen zal; en gij zult Mijn getuigen zijn, zo te Jeruzalem, als in geheel Judea en Samaria, en tot aan het uiterste der aarde. []
  16. Ezechiël 36:23 Ik zal Mijn grote Naam heiligen, die onder de heidenvolken ontheiligd is, die u in hun midden ontheiligd hebt. Dan zullen de heidenvolken weten dat Ik de HEERE ben, spreekt de Heere HEERE, als Ik in u voor hun ogen geheiligd word. 24 Ik zal u uit de heidenvolken halen en u uit alle landen bijeenbrengen. Dan zal Ik u naar uw land brengen. 25 Ik zal rein water op u sprenkelen en u zult rein worden. Van al uw onreinheden en van al uw stinkgoden zal Ik u reinigen. 26 Dan zal Ik u een nieuw hart geven en een nieuwe geest in uw binnenste geven. Ik zal het hart van steen uit uw lichaam wegnemen en u een hart van vlees geven. 27 Ik zal Mijn Geest in uw binnenste geven. Ik zal maken dat u in Mijn verordeningen wandelt en dat u Mijn bepalingen in acht neemt en ze houdt. 28 U zult wonen in het land dat Ik uw vaderen gegeven heb, u zult een volk voor Mij zijn en Ík zal een God voor u zijn. 29 Ik zal u verlossen van al uw onreinheden. Ik zal roepen tegen het koren en Ik zal het veel doen worden: Ik zal u geen hongersnood opleggen. 30 Ik zal de vrucht van de bomen en de opbrengst van het veld vermeerderen, zodat u onder de heidenvolken de smaad van de hongersnood niet meer ontvangt. 31 U zult zich uw slechte wegen en uw daden die niet goed waren, herinneren. U zult walgen van uzelf om uw ongerechtigheden en om uw gruweldaden. 32 Ik doe het niet omwille van u, spreekt de Heere HEERE, laat dat u bekend zijn. Schaam u en word te schande vanwege uw wegen, huis van Israël. []
  17. Rom 11:25 Want ik wil niet, broeders, dat u geen weet hebt van dit geheimenis (opdat u niet wijs zou zijn in eigen oog), dat er voor een deel verharding over Israël is gekomen, totdat de volheid van de heidenen is binnengegaan. []
  18. Mat 24:14 :En dit Evangelie van het Koninkrijk zal in heel de wereld gepredikt worden tot een getuigenis voor alle volken; en dan zal het einde komen. []