Ga naar de inhoud

Openbaring hoofdstuk 1 vers 9-11

Openbaring in het kort, een overzicht
Introductie op Openbaring
Hoofdstukken Openbaring
hoofdpagina site

Johannes stelt zich voor

HSV 9 Ik, Johannes, die ook uw broeder ben en deelgenoot in de verdrukking en in het Koninkrijk en in de volharding van Jezus Christus, was op het eiland genaamd Patmos, omwille van het Woord van God en het getuigenis van Jezus Christus. 10 Ik was in de geest op de dag des Heeren en ik hoorde achter mij een luide stem, als van een bazuin, 11 die zei: Ik ben de Alfa en de Omega, de Eerste en de Laatste, en: Wat u ziet, schrijf dat op een boekrol en stuur het aan de zeven gemeenten die in Asia zijn: naar Efeze, naar Smyrna, naar Pergamus, naar Thyatira, naar Sardis, naar Filadelfia en naar Laodicea.

NBG51 9 Ik Johannes, uw broeder en deelgenoot in de verdrukking en in het Koninkrijk en de volharding in Jezus, was op het eiland, genaamd Patmos, om het woord Gods en het getuigenis van Jezus. 10 Ik kwam in vervoering des geestes op de dag des Heren, en ik hoorde achter mij een luide stem, als van een bazuin, 11 zeggende: Hetgeen gij ziet, schrijf dat in een boek en zend het aan de zeven gemeenten: naar Efeze, en naar Smyrna, en naar Pergamum, en naar Tyatira, en naar Sardes, en naar Filadelfia en naar Laodicea.

NBV21 9 Ik, Johannes, uw broeder, die door onze eenheid met Jezus net als u deel in de ellende, het koninkrijk en de standvastigheid – ik was op het eiland Patmos omdat ik over God had gesproken en van Jezus had getuigd. 10 Op de dag van de Heer raakte ik in vervoering. Ik hoorde achter me een luide stem, die klonk als een bazuin 11 en die tegen me zei: ‘Schrijf alles wat je ziet in een boek en stuur dat naar de zeven gemeenten, naar Efeze, Smyrna, Pergamum, Tyatira, Sardes, Filadelfia en Laodicea.’ 

9 Ἐγὼ Ἰωάννης, ὁ ἀδελφὸς ὑμῶν Ik, Johannes, de broeder van jullie,
Johannes maakt zich verder bekend. Hij is persoonlijk verantwoordelijk voor het overbrengen van deze Openbaring, daarom met nadruk Ik, Johannes… Op het eind van Openbaring doet hij het nog twee keer op deze manier, zo kunnen wij er zeker van zijn dat zijn getuigenis waar is 1, 2. Ook in het boek Daniël staat 7 maal: Ik, Daniël…
Johannes vertelt hierna hoe hij deze openbaring heeft ontvangen. Hij is een broeder van al zijn hoorders in de gemeenten. Allen zijn kinderen van de éne God, samengebracht door de Here Jezus Christus. Wie destijds dit lazen en beluisterden hebben Johannes als broeder gekend en hebben daarom dit boek geaccepteerd.
καὶ συγκοινωνὸς ἐν τῇ θλίψει en de (mede)deelgenoot in de verdrukking
Verdrukking is kenmerk van allen die Jezus volgen. De NBV21 vertaling met ellende is ongelukkig gekozen. Het grondwoord geeft aan dat gelovigen druk ondervinden om het geloof los te laten. Johannes kan daar uit eigen ervaring over mee spreken, ook daarin is hij een echte broeder. Vervolging kan volgen op verdrukking en mogelijk volgt daarna ook gedood worden. Matt 24 noemt driemaal verdrukking en naarmate het einde nadert neemt die toe 3, 4, 5. Afgezien van het einde heeft de Here Jezus vaak gezegd dat verdrukking bij het geloof hoort. Zo komt openbaar of het echt is 6.
καὶ βασιλείᾳ en (in het) koninkrijk
Als gelovige ben je burger van het koninkrijk van de hemel, en dat brengt verdrukking. Het is natuurlijk prachtig om deel te mogen zijn van dat koninkrijk. Zoals vers 6 aangeeft, is het een koninkrijk van priesters. Maar dan dus ook met verdrukking. Wie bij het koninkrijk hoort heeft een opdracht, maar de wereld zal dat vaak niet waarderen. De Here Jezus ervoer wat dat betekent, Hij heeft alleen maar goed gedaan, maar wij weten hoe het afliep. De enige beschuldiging die de Joodse oversten tegen Hem inbrachten bij Pilatus was dat Hij Koning van Israël zou willen zijn 7. Maar de echte reden was dat Hij volgens hen God had gelasterd. Alleen, daar hoefden zij bij Pilatus niet mee aan te komen. Dus deden zij het voorkomen dat Jezus staatsgevaarlijk was, dat Hij zich opwierp als de Koning van de Joden. Dat maakte meer kans om Hem veroordeeld te krijgen, ook al was Pilatus niet onder de indruk van hun beschuldiging.
καὶ ὑπομονῇ ἐν Ἰησοῦ, en volharding in Jezus 8.
De letterlijke lezing “in Jezus” is een uitdrukking die centraal staat in de hoofdstukken 14 – 17 van het Johannes Evangelie. Dit is mogelijk niet altijd goed begrepen en daarom bij het overschrijven veranderd in ‘volharding van Jezus’. De NBG is hier correct. Maar één zijn met de Here Jezus Christus maakt dat alles wat hier wordt gezegd echt kracht heeft en geeft. Alleen dat brengt volharding. Denk aan de rank in de wijnstok 9. De wijnstok geeft de voeding om Jezus volhardend te kunnen volgen 10. Iemand die veel verdrukking heeft gekend is Paulus. Het woord verdrukking komt het vaakst voor in de al eerder genoemde tweede brief aan de Korintiërs, daar staat het 9 maal. Paulus wist het steeds een positieve duiding te geven 11.

ἐγενόμην ἐν τῇ νήσῳ Ik ben gekomen in het eiland,
Wij zeggen wel dat wij ‘in een land kunnen zitten’ maar niet in een eiland. Een landbewoner uit die tijd sprak juist over ‘in een eiland’. Omgeven door een gevaarlijke zee, zal die zich misschien opgesloten hebben gevoeld, een beetje als een gevangene.
τῇ καλουμένῃ Πάτμῳ het genoemd wordende Patmos,
Het is een eiland van ca. 14 km doorsnede, het heet nu Patmo. Patmos en nog een paar eilanden ernaast vielen onder het bestuur van de stad Milete. Deze eilanden waren versterkt tot forten en dienden om Milete te beschermen voor aanvallen vanaf zee. Patmos was geen woest, van mensen verlaten eiland. Er was een gymnasium, toen een soort sportschool, en er was een tempel voor Artemis /Diana, de afgodin die bekend is uit de Hand 19. Deze godin had een ‘hemelse’ tegenhanger Hekate waarvan men geloofde dat zij de poort van het dodenrijk bewaakte.
Ofschoon Johannes er niet verder over uitweidt, is van ouds aangenomen dat hij naar Patmos verbannen werd. Wellicht vanwege zijn belangrijke positie en invloed in de gemeenten van Asia en omdat hij weerstand bood tegen de opkomende keizercultus. Patmos was overigens geen strafkolonie van Rome zoals wel werd gedacht. Hoe het dus echt zat met zijn verbanning is niet bekend. Verbanning werd toegepast om mensen met een belangrijke positie uit de samenleving te verwijderen. De Romeinse rechtspraak maakte wat dat betreft wel onderscheid tussen rang en stand. De straf van kruisiging zou bijvoorbeeld nooit op een Romein worden toegepast. Het is bekend dat voorname figuren als Pilatus en Seneca ook verbannen werden. De meeste oude schrijvers zeggen dat Johannes rond het jaar 95 naar Patmos is verbannen, tegen het eind van het bewind van keizer Domitianus (81-96). Bij de dood van een keizer werd er gewoonlijk amnestie verleend. Johannes zou naar Efeze terug zijn gekeerd nadat Domitianus was vermoord in 96 en daar nog enkele jaren geleefd hebben.
διὰ τὸν λόγον τοῦ θεοῦ vanwege het Woord van God
καὶ τὴν μαρτυρίαν Ἰησοῦ en (vanwege) het getuigenis van Jezus (Christus).
Johannes is op Patmos gekomen vanwege en niet omwille het Woord van God. Hij ging er niet heen als zendeling om het Evangelie daar te brengen. Hij heeft zeker van het Evangelie getuigd in Asia en hij had kennelijk veel invloed in een reeks gemeenten. Dat kon de overheid niet waarderen, daarom zal hij zijn verbannen. Jezus is in zijn leven gekomen en hij heeft gezien en geloofd dat Hij echt de Zoon van God is. Jezus heeft van zichzelf getuigd wie Hij is, dat wordt bedoeld met het getuigenis van Jezus. In zijn Evangelie en brieven noemt Johannes om deze reden Jezus het Woord 12, 13, 14.
Voor een mens knielen was voor Johannes ondenkbaar geworden, want Jezus was HEER. Dus zeker niet voor Domitianus, die zich op een gegeven moment als ‘god en heer’ liet aanspreken. Het is bekend dat Domitianus vertegenwoordigers van de Stoïcijnen, bekende filosofen, in het jaar 95 heeft verbannen. Deze ‘nuchtere’ filosofen hadden het eveneens beslist niet begrepen op mensverering.

Johannes komt in geestvervoering

10 ἐγενόμην ἐν πνεύματι Ik ben geworden in geest,
Er staat niet dat Johannes zich voorbereidde met bidden of vasten op het ontvangen van deze Openbaring. Zoiets lezen wij wel van bijv. Daniël en Ezra. Johannes kreeg onverwacht een bijzondere ervaring in zijn geest. Hij trad min of meer buiten zijn lichaam en kreeg bijzondere visioenen te zien. Daarbij viel ook van alles te horen. De uitdrukking “in geest” komt nog driemaal voor in Openbaring. Ezechiël beschrijft een soortgelijke ervaring. In geest zou volgens sommigen betekenen in de Heilige Geest. Dat Die Johannes meeneemt om hem dit alles te laten zien en horen. Maar er staat niet “in de Geest”. Ook zijn geen tekenen genoemd die met een bijzondere vervulling met de Heilige Geest gepaard gaan.
Voor het maken van een televisieserie over Openbaring reisde Henk Binnendijk naar Patmos en verbleef in een hotel 15. Elke morgen begaf hij zich naar een spelonk om de Bijbel te lezen en te bidden in de hoop op het ontvangen van een bijzondere openbaring. Maar helaas, er gebeurde niets. Hij beschrijft dat hij toen ging beseffen dat zijn manier van zoeken uit een stuk ongeloof kon voortkomen. God hoefde zijn liefde toch niet opnieuw te bewijzen. Het staat toch zwart op wit!
ἐν τῇ κυριακῇ ἡμέρᾳ in de bij de Heer (behorende) dag,
De eerste dag van de week, de dag van de opstanding, de zondag. Van het grondwoord κυριακῇ kuriake (derde naamval) stamt het woord kerk af, met de betekenis “bij de Heer behorend”. Indien in het Grieks de volgorde andersom had gestaan, met dag voorop, “de dag van de Heer” (tweede naamval) dan zou dit verwijzen naar de dag waarop de Here Jezus terug komt. Die laatste uitdrukking komt vaak voor in het NT namelijk als hēmeran kuriou “dag van de Here” zoals in Hand 2:20 16. Verder in 1 Cor 5:5; 1 Thess 5:2; 2 Thess 2:2 en 2 Petr 3:10. Deze grote dag, de dag, wordt ook, elders in Openbaring, genoemd 17, 18. De grote wordt er dan nadrukkelijk bijgevoegd als bijzonder kenmerk. In Filippenzen 2:16 staat het iets anders: hēmeran cristou, de dag van Christus (wederkomst).
Met goede reden wordt daarom vrijwel algemeen aangenomen dat Johannes hier spreekt over de zondag. In de vroege kerk kreeg de eerste dag van de week al snel speciale betekenis zoals wij bijv. opmaken uit 1 Cor 16:2 19 en uit Hand. 20:7 20. Er is een belangrijk boekje bekend uit het begin van de tweede eeuw, de Didache, met een samenvatting van de leer van de oude kerk. Daarin wordt ook geschreven over de wekelijkse bijeenkomsten op de eerste dag van de week. Op die dag komen de gelovigen uit de gemeenten bijeen waar Johannes mee verbonden is. En nu kan hij daar, en dat doet pijn, niet bij zijn. Men was gewoon om op die dag, het was een werkdag, al vroeg bij elkaar te komen, nog voor zonsopgang. De rustdag was nog altijd de sabbath, de zevende dag. De eerste getuigen van de opstanding waren immers ook op de dag na de sabbath zo vroeg naar het graf van Jezus gegaan en zagen dat het leeg was. Zo zal er veel door Johannes heen zijn gegaan. En in gebed verzonken zal hij aan de gemeenten hebben gedacht en hen opgedragen aan God. Hoe zou het met hen gaan? En zal ik nog een keer met hen verenigd mogen worden? Er was genoeg om voor te bidden.
καὶ ἤκουσα ὀπίσω μου en ik hoorde achter mij
Waarom staat er zo nadrukkelijk ‘achter mij’? Johannes, als goed opgevoede Jood, zal waarschijnlijk zijn ochtendgebed tot God hebben gericht met de rug naar de zon gekeerd. De tempel in Jeruzalem was zo gebouwd, dat bij het binnengaan daarvan, je dat deed met de rug naar de zon gekeerd. Want niet de zon is bron van leven, maar de Schepper daarvan. Dus niet de zon aanbidden zoals dat in de meeste godsdiensten gebeurde. In de tempel stond voor het heilige der heiligen de menorah, het altijd brandend teken van Gods permanente aanwezigheid. Daar ging de blik heen en alleen voor Hem boog je je neer. Daarnaast waren de Joden in Babel, tijdens de ballingschap, ook gewend om richting het westen, naar Jeruzalem te bidden, waar eens de tempel stond 21.
φωνὴν μεγάλην een stem groot,
ὡς σάλπιγγος als van een bazuin/ een trompet.
Een overweldigend doordringend geluid achter zich, schrikt Johannes op. Waarschijnlijk dus vanuit de richting van de zonsopkomst. Twintig keer staat in Openbaring ‘een stem groot’. Het geluid van de sjofar, de ramshoorn, klonk in Israël als aankondiging van belangrijke gebeurtenissen. In Israël werd de sjofar geblazen om een feest te openen. Ook als een nieuwe koning aantrad zoals Salomo 22. De sjofar klonk ook bij het aangaan van een strijd 23. In het OT geeft de berg Sinaï een geluid als van een bazuin, als God aan het volk verschijnt om zijn verbond met hen te sluiten (Ex 19:19; 20:18). Paulus spreekt over de laatste bazuin als Jezus terug komt in 1Co 15:52 24 en 1 Thess 4:16 25.

Menora en het blazen van de sjofar, de bazuin

11 λεγούσης· Zeggende:
De stem, zo luid als van een bazuin, is verstaanbaar. De tussenvoeging (HSV) Ik, Ik ben de alpha en de omega, de Eerste en de Laatste…. staat niet in de oudst bekende handschriften. Het is een ‘aanhaling’ uit Opb. 21:6 en 22:13. Deze woorden stonden wel al in de inleiding op het boek bij vs. 8.
Het is niet direct duidelijk wie er spreekt, vandaar wellicht de vorige toevoeging in de handschriften, die aan zou geven dat het Jezus is. Maar het kan goed zijn dat het een aartsengel is die namens Jezus spreekt, zoals in 1 Thess 4:16 26. Later spreekt deze zelfde stem opnieuw, in hoofdstuk 4:1 27. En dan is het duidelijk dat het niet om Jezus gaat. Dat een engel voor Jezus kan spreken staat al in Opb 1:1b 28. Wanneer Johannes zich straks omkeert om de stem te zien, dan krijgt hij Jezus te zien en uit wat volgt is het zeker dat het daarna Jezus is die spreekt.
ὃ βλέπεις γράψον εἰς βιβλίον Wat je ziet, schrijf (dat) in een boek/ boekrol
Een luid bevel als dit zul je niet naast je neer leggen! Twaalf keer komt zo een opdracht voor in Openbaring: Schrijf! Johannes is niet de auteur van dit boek, hij is slechts tussenpersoon. Zo hebben bijv. ook Jesaja en Mozes opdrachten ontvangen 29, 30. Het boek dat Johannes moet schrijven betreft de gehele Openbaring, niet alleen de 7 brieven.
καὶ πέμψον ταῖς ἑπτὰ ἐκκλησίαις, en zend het naar de gemeenten, (een ander HS heeft toegevoegd “die in Asia’)
εἰς Ἔφεσον καὶ εἰς Σμύρναν καὶ εἰς Πέργαμον καὶ εἰς Θυάτειρα καὶ εἰς Σάρδεις καὶ εἰς Φιλαδέλφειαν καὶ εἰς Λαοδίκειαν. Naar Efeze, en naar Smyrna, en naar Pergamum, en naar Thyatira, en naar Sardis, en naar Filadelfia en naar Laodicea.


De volgorde waarin zij worden genoemd is de natuurlijke weg waarlangs een bode de boekrol aan de verschillende gemeenten zal aanbieden. Johannes zal zich misschien zorgen hebben gemaakt over de gemeenten, maar in de hemel zijn zij niet vergeten! Bij het horen van deze volgorde ziet hij hen als het ware al voor zich liggen. De route gaat eerst met een schip van Patmos naar Efeze, dan naar Smyrna en Pergamum. Waarschijnlijk niet over de grote weg, maar langs de kust of over water want anders zou nu Thyatira genoemd worden. Dan van Pergamum via een hoofdroute uit die tijd naar Thyatira, vervolgens Sardis, dan Filadelfia en ten slotte Laodicea. Het niet genoemde Troas (Hand.20:5-12) ligt ten noorden van Pergamum, op ongeveer de afstand van Smyrna naar Pergamum. Hiërapolis (Col.4:13) en Colosse (Col.1:2) liggen vlak bij Laodicea. Dat zij niet genoemd zijn, is verklaard bij Opb 1:4.

Ga verder naar Opb 1:12-17a
Ga terug naar Opb 1:7-8

  1. Opb 21:2 En ik, Johannes, zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, neerdalen van God uit de hemel, gereedgemaakt als een bruid die voor haar man sierlijk gemaakt is. []
  2. Opb 22:8 En ik, Johannes, ben het die deze dingen gezien en gehoord heeft.  []
  3. 9 Dan zal men jullie onderdrukken en doden, en jullie zullen door alle volken worden gehaat omwille van mijn naam.  []
  4. 21 Want dan zal er een grote verdrukking zijn, zoals er niet geweest is vanaf het begin van de wereld, tot nu toe, en zoals er ook nooit meer zijn zal. []
  5. 29 En meteen na de verdrukking van die dagen zal de zon verduisterd worden en de maan zal zijn schijnsel niet geven en de sterren zullen van de hemel vallen en de krachten van de hemelen zullen heftig bewogen worden. 30 En dan zal aan de hemel het teken van de Zoon des mensen verschijnen; en dan zullen al de stammen van de aarde rouw bedrijven en zij zullen de Zoon des mensen zien, als Hij op de wolken van de hemel komt met grote kracht en heerlijkheid. 31 En Hij zal Zijn engelen uitzenden onder luid bazuingeschal, en zij zullen Zijn uitverkorenen bijeenbrengen uit de vier windstreken, van het ene uiterste van de hemelen tot het andere uiterste ervan. []
  6. Mat 13:20 De op steenachtige plaatsen gezaaide is hij, die het woord hoort en het terstond met blijdschap aanneemt; 21 maar hij heeft geen wortel in zich, doch is iemand van het ogenblik; wanneer echter verdrukking of vervolging komt om der wille van het woord, komt hij terstond ten val. []
  7. Joh 18 33 Pilatus dan ging het gerechtsgebouw weer in, riep Jezus en zei tegen Hem: Bent U de Koning van de Joden? 34 Jezus antwoordde hem: Zegt u dit uit uzelf of hebben anderen het u over Mij gezegd? []
  8. een kopiist heeft toegevoegd Christus (HSV), maar Hij heeft dit als echt mens doorstaan, om mensen te kunnen verlossen []
  9. Joh 15:4 Blijf in Mij, en Ik in u. Zoals de rank geen vrucht kan dragen uit zichzelf, als zij niet in de wijnstok blijft, zo ook u niet, als u niet in Mij blijft. 5 Ik ben de Wijnstok, u de ranken; wie in Mij blijft, en Ik in hem, die draagt veel vrucht, want zonder Mij kunt u niets doen. []
  10. Hebr. 12;2 Laat ons oog daarbij alleen gericht zijn op Jezus, de leidsman en voleinder des geloofs, die, om de vreugde, welke voor Hem lag, het kruis op Zich genomen heeft, de schande niet achtende, en gezeten is ter rechterzijde van de troon Gods. 3 Vestigt uw aandacht dan op Hem, die zulk een tegenspraak van de zondaren tegen Zich heeft verdragen, opdat gij niet door matheid van ziel verslapt. []
  11. Rom 5:3b maar wij roemen ook in de verdrukkingen, daar wij weten, dat de verdrukking volharding uitwerkt, en de volharding enz.. []
  12. Joh 3: 31 Wie van boven komt, is boven allen; wie uit de aarde is, is uit de aarde en spreekt uit de aarde. Wie uit de hemel komt, is boven allen. 32 En wat Hij gezien en gehoord heeft, dat getuigt Hij, en Zijn getuigenis neemt niemand aan. 33 Wie Zijn getuigenis aangenomen heeft, die heeft daarmee bezegeld dat God waarachtig is. 34 Want Hij Die God gezonden heeft, spreekt de woorden van God, want God geeft Hem de Geest zonder maat. 35 De Vader heeft de Zoon lief en heeft alle dingen in Zijn hand gegeven. 26 Wie in de Zoon gelooft, heeft eeuwig leven, maar wie de Zoon ongehoorzaam is, zal het leven niet zien, maar de toorn van God blijft op hem. []
  13. Joh 1:1 In het begin was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. 2 Dit was in het begin bij God. 3 Alle dingen zijn door het Woord gemaakt, en zonder dit Woord is geen ding gemaakt dat gemaakt is. 4 In het Woord was het leven en het leven was het licht van de mensen. 5 En het licht schijnt in de duisternis, en de duisternis heeft het niet begrepen. []
  14. 1 Joh 1 Wat er was vanaf het begin, wat wij gehoord hebben, wat wij gezien hebben met onze ogen, wat wij aanschouwd hebben en onze handen getast hebben van het Woord des levens 2 – want het leven is geopenbaard en wij hebben het gezien, en wij getuigen en verkondigen u het eeuwige leven, dat bij de Vader was en aan ons is geopenbaard – 3 wat wij gezien en gehoord hebben, verkondigen wij u, opdat ook u gemeenschap met ons hebt; en deze gemeenschap van ons is er ook met de Vader en met Zijn Zoon Jezus Christus. 4 En deze dingen schrijven wij u, opdat uw blijdschap volkomen wordt. []
  15. pag 17 uit “Wereld van verschil: een stukje Openbaring” https://www.bol.com/nl/p/wereld-van-verschil/666752946/ []
  16. De zon zal veranderen in duisternis en de maan in bloed, voordat de grote en doorluchtige dag van de Here komt. []
  17. Opb 6:17 Want de grote dag van Zijn toorn is aangebroken en wie kan dan staande blijven? []
  18. Opb 16:14b om hen te verzamelen voor de oorlog van de grote dag van de almachtige God. []
  19. Op elke eerste dag van de week moet ieder van u bij zichzelf iets opzij leggen om op te sparen wat in zijn vermogen is, opdat de inzamelingen niet pas dan gehouden worden, wanneer ik gekomen ben. []
  20. En op de eerste dag van de week, toen de discipelen bijeengekomen waren om brood te breken, sprak Paulus hen toe, waar de discipelen bij elkaar komen om brood te breken. []
  21. Dan 6:11 Toen Daniël te weten kwam dat dit bevelschrift ondertekend was, ging hij zijn huis binnen. Nu had hij in zijn bovenvertrek open vensters in de richting van Jeruzalem. Op drie tijdstippen per dag ging hij op zijn knieën, bad hij en dankte hij voor het aangezicht van zijn God, precies zoals hij voordien had gedaan. []
  22. 1Kon 1:34 Daar zullen de priester Sadok en de profeet Natan hem tot koning over Israel zalven; blaast dan op de bazuin en roept: Leve koning Salomo! []
  23. Amos 3:6 Wordt de bazuin in een stad geblazen, zonder dat de inwoners opschrikken? Geschiedt er een ramp in een stad, zonder dat de HERE die bewerkt? []
  24. in een ondeelbaar ogenblik, in een oogwenk, bij de laatste bazuin. Immers, de bazuin zal klinken en de doden zullen als onvergankelijke mensen opgewekt worden, en ook wij zullen veranderd worden. []
  25. Want de Heere Zelf zal met een geroep, met de stem van een aartsengel en met een bazuin van God neerdalen uit de hemel. []
  26. Want de Heere Zelf zal met een geroep, met de stem van een aartsengel en met een bazuin van God neerdalen uit de hemel. []
  27. Na deze dingen zag ik, en zie, er was een deur geopend in de hemel; en de eerste stem, die ik gehoord had, alsof een bazuin met mij sprak zei: Klim hierheen op en ik zal u tonen, wat na dezen geschieden moet. []
  28. Hij heeft zijn engel deze openbaring laten meedelen aan zijn dienaar Johannes. []
  29. Jes 30:8 Nu dan, kom, schrijf het in hun bijzijn op een schrijftafel en teken het op in een boek, zodat het blijft staan tot de laatste dag, voor altijd en eeuwig. []
  30. Deut 31:19 En nu, schrijf voor u dit lied op en leer het de Israëlieten; leg het hun in de mond, opdat dit lied voor Mij een getuige is tegen de Israëlieten. []