Openbaring in het kort, een overzicht
Introductie op Openbaring
naar Hoofdstukken
hoofdpagina site
HSV 1 En toen het Lam het zevende zegel geopend had, kwam er een stilte in de hemel van ongeveer een half uur. 2 En ik zag de zeven engelen die vóór God stonden en aan hen werden zeven bazuinen gegeven. 3 En er kwam een andere engel, die met een gouden wierookvat bij het altaar ging staan. Aan hem werd veel reukwerk gegeven, opdat hij dat samen met de gebeden van alle heiligen op het gouden altaar vóór de troon zou leggen. 4 En de rook van het reukwerk steeg, met de gebeden van de heiligen, uit de hand van de engel op tot vóór God. 5 En de engel nam het wierookvat en vulde dat met het vuur van het altaar en wierp het op de aarde, en er kwamen stemmen, donderslagen, bliksemstralen en een aardbeving.
NBG51 1 En toen Hij het zevende zegel opende, kwam er een stilte in de hemel, ongeveer een half uur lang. 2 En ik zag de zeven engelen, die voor God staan, en hun werden zeven bazuinen gegeven. 3 En er kwam een andere engel, die met een gouden wierookvat bij het altaar ging staan, en hem werd veel reukwerk geschonken om het te geven, met de gebeden van alle heiligen, op het gouden altaar voor de troon. 4 En de rook van het reukwerk, mèt de gebeden der heiligen, steeg uit de hand van de engel voor Gods aangezicht op. 5 En de engel nam het wierookvat en vulde dat met het vuur van het altaar, en wierp (het vuur) op de aarde; en er kwamen donderslagen en stemmen en bliksemstralen en aardbeving.
NBV21 1 Toen het lam het zevende zegel verbrak, viel er een stilte in de hemel, die ongeveer een half uur duurde. 2 Ik zag de zeven engelen die voor Gods troon staan. Ze kregen alle zeven een bazuin. 3 Toen kwam er een andere engel, die met een gouden wierookschaal bij het altaar ging staan. Hij kreeg een grote hoeveelheid wierook om die op het gouden altaar voor de troon te offeren, samen met de gebeden van alle heiligen. 4 De rook van de wierook steeg met de gebeden van de heiligen uit de hand van de engel op naar God. 5 Toen nam de engel de wierookschaal, vulde hem met vuur van het altaar en wierp dat op de aarde. Er volgden donderslagen, groot geraas, bliksemschichten en een aardbeving.
Na zes zegels…
1 Καὶ ὅταν ἤνοιξεν τὴν σφραγῖδα τὴν ἑβδόμην,En toen Het (Lam) opende het zegel, het zevende
Jezus, het Lam van God, de Overwinnaar over de dood, is als de Rechtvaardige opgenomen in de hemel. Hij mocht plaats nemen naast God en ontving van Hem een boekrol die met zeven zegels was verzegeld. De eerste zes zegels werden al verbroken, bij elk daarvan werd getoond wat de bestaande situatie is in de gemeenten, in de wereld en in de hemel. De boekrol is dan nog steeds niet open. Pas het verbreken van het zevende zegel zal openbaren hoe Jezus de heilsgeschiedenis zal voltooien. Dat vereist een definitieve afrekening met alle kwaad, Satan en allen die hem volgen moeten worden vernietigd opdat de nieuwe aarde kan komen en daar geen kwaad meer zal zijn.
Samenvattend werden bij het openen van de eerste vier zegels vier ruiters te paard gesommeerd om zich voor Jezus te presenteren. Deze ruiters opereren al vanaf het begin dat de aarde bestaat, nieuw is dat nu Jezus regeert.
Het eerste paard, dat wit is, symboliseert de grote misleider, de aanvoerder van de anderen. Het tweede paard is rood, het neemt de vrede weg waardoor mensen elkaar afslachten, het derde paard, zwart, brengt hongersnood, het vierde paard, vaal, brengt de dood door verschillende oorzaken. Alle vier weten nu dat met Jezus op de troon hun dagen geteld zijn.
De opening van het vijfde zegel toont hoe alle gelovigen in Christus verzameld worden in de hemel. Zij zijn volgelingen van Jezus, tot in hun dood. Soms was die dood gewelddadig zoals bij Stephanus of kwam door ouderdom zoals waarschijnlijk voor Johannes geldt. Nu, in de hemel als ‘wachtkamer’, zien al deze heiligen uit naar het laatste gericht, waarbij God al zijn tegenstanders vernietigt en aan zijn recht wordt voldaan. Dan zullen zij als gerechtvaardigden in een nieuw lichaam op de nieuwe aarde voor eeuwig verder mogen leven. Het zal zijn tot eer van God en zijn Zoon.
Bij de opening van het zesde zegel wijzen tekenen in de hemel en op de aarde op de nabije komst van dat laatste gericht. Een laatste waarschuwing voor de aardebewoners om zich tot God te bekeren. Ook wordt getoond hoe alle gelovigen verzegeld worden met de Heilige Geest. Daardoor kunnen zij in alle tijden van verdrukking en vervolging het geloof tot het einde toe bewaren. Zij, allen worden behouden, Johannes ziet een grote niet te tellen schare van overwinnaars in witte kleren voor de troon van God1.
Maar dit kan niet het einde zijn van dit boek, want de afrekening met alle kwaad moet nog worden beschreven. De Satan en zijn demonen moeten voor eeuwig tot zwijgen worden gebracht.
… kondigt opening van het zevende zegel het einde aan
Nu het Lam dit zevende zegel verbreekt en daarmee de boekrol compleet opent, nadert de geschiedenis haar voltooiing. Nu komt het einde voor de van God afgevallen wereld2. Nu zullen dingen gebeuren die nooit eerder hebben plaats gevonden.
Daaraan vooraf:
ἐγένετο σιγὴ ἐν τῷ οὐρανῷ ὡς ἡμιώριον. ontstond een stilte in de hemel, ongeveer (een) half uur.
Zelfs de vier hemelwezens, die nooit rust hadden om dag en nacht onophoudelijk “heilig, heilig, heilig” (Opb 4:8) te roepen, zwijgen. Nooit eerder in heel de geschiedenis is dat gebeurd, niet bij de zondvloed, niet bij de vernietiging van de tempel, of de wegvoering van het volk, niet bij….
De grote stilte vraagt om uiterste aandacht. De ‘lucht’ zindert van spanning.
Waarom die stilte? Misschien wordt nog gewacht op een laatste aardebewoner die zich bekeert. Opdat in de hemel nog eenmaal een lofzang zal klinken3. Het is duidelijk dat de wereld haar eindoordeel tegemoet gaat, wie zou niet beven? Zefanja 1:7 Wees stil voor het aangezicht van de Heere HEERE, want nabij is de dag van de HEERE. Ja, de HEERE heeft een offer bereid, Zijn genodigden geheiligd. Zacharia 2:13 Wees stil voor het aangezicht van de HEERE, alle vlees, want Hij is ontwaakt uit Zijn heilige woning. Habakuk 2:20 Maar de HEERE is in Zijn heilige tempel. Wees stil voor Zijn aangezicht, heel de aarde! Maar het blijft stil, geen laatste zondaar die zich nog bekeert. Allen in de hemel houden ‘de adem in’. Het blijkt een stilte voor de allergrootste ‘storm’. Het laatste oordeel met al haar plagen zal niet te vergelijken zijn met het onheil dat de vier ruiters in de loop van de geschiedenis brachten. De uittocht uit Egypte komt in herinnering, maar verbleekt bij wat nu komt. God gaat recht spreken over de koningen en de heersers van deze wereld, over de Satan en allen die hem volgen. De oordelen zullen niet een land, maar heel de aarde en al haar bewoners treffen.
Johannes ervaart de duur van de stilte als ongeveer een half uur. Het was geen mededeling uit de hemel dat de stilte zo lang zou duren. Niet een vol uur, want de aardebewoners krijgen niet veel tijd meer. Wel nog een half uur om zich te bekeren. Het duurt maar kort. Het laat zien dat God geen haast maakt om te oordelen. Nog een laatste moment toont Hij zijn lankmoedigheid, ook de laatste gelovigen moeten gered worden. Anderzijds hoeven de martelaars in de hemel en alle gelovigen die blijven getuigen en verdrukt en mishandeld worden, ook niet al te lang meer te wachten. Nog even, dan is voor allen de eindzege bereikt4.
de 7 aartsengelen ontvangen bazuinen
2 Καὶ εἶδον τοὺς ἑπτὰ ἀγγέλους οἳ ἐνώπιον τοῦ θεοῦ ἑστήκασιν, en ik zag de zeven engelen die voor het aangezicht van God staan.
Gezien het simpele voegwoord ‘en’ hoort dit gedeelte bij de stilte. Daarom kan ook vertaald worden met: ‘ook zag ik de zeven ….’
Het mag dan wel stil zijn, een heilige stilte, toch ziet Johannes activiteit. Nog meer reden om de adem in te houden en gespannen toe te zien. Wat ziet hij, wat betekent het?
καὶ ἐδόθησαν αὐτοῖς ἑπτὰ σάλπιγγες. en hen zijn gegeven zeven bazuinen
Johannes ziet hoe elke aartsengel een bazuin ontvangt. Hij weet dat het geluid van de bazuin, de sjofar, oproept tot bijzondere samenkomsten, ook tot oorlog. Aartsengelen staan altijd paraat om Gods bevelen op te volgen. Zij zullen straks met bazuingeschal het einde inluiden. Jezus spreekt over bazuingeschal bij zijn terugkomst in Matth 24:31 En Hij zal Zijn engelen uitzenden onder luid bazuingeschal, en zij zullen Zijn uitverkorenen bijeenbrengen uit de vier windstreken, van het ene uiterste van de hemelen tot het andere uiterste ervan. Zo ook Paulus in 1 Thess 4:165. De stilte en de zeven bazuinen herinneren aan de intocht in het beloofde land en de inname van Jericho door ingrijpen van God alleen6. Al eerder bij de uittocht uit Egypte, vlak voor de Schelfzee, met het leger van de Farao in aantocht hoorde het volk ook dat zij stil moest zijn. Exodus 14:14 De HEERE zal voor u strijden, en ú moet stil zijn.
de gebeden van de heiligen worden verhoord
3 Καὶ ἄλλος ἄγγελος ἦλθεν en (een) andere engel was gekomen
Intussen is nog een andere engel verschenen, hij hoort niet bij de aartsengelen.
καὶ ἐστάθη ἐπὶ τοῦ θυσιαστηρίου ἔχων λιβανωτὸν χρυσοῦν en hij was komen te staan bij het altaar, hebbende (een) wierookvat, van goud
De werkwoordsvorm is een passieve aoristus. Dit betekent dat God dit alles bestuurt.
Dat er in de hemel een altaar is wordt ook nog genoemd in Opb 9:137. Toen Mozes de tabernakel met al zijn voorwerpen moest maken, werden die aan hem getoond als voorbeelden die al in de hemel aanwezig bleken te zijn8. Dit altaar is het reukaltaar9.
Van het wierookvat van goud is er ook weer een kopie in de aardse tempel. Bij het offeren van reukwerk in de tempel werden wat vurige kolen van het reukaltaar genomen en in het wierookvat gedaan. Daarop werd wierook gestrooid, dat daarna als heerlijke geur zich kon verspreiden. Daarom stond het reukaltaar in de tempel vlak bij het voorhangsel, zo verspreidde zich de reuk tot in het Heilige der Heiligen, om God te bereiken.
καὶ ἐδόθη αὐτῷ θυμιάματα πολλά, en het werd gegeven hem reukwerk veel, ἵνα δώσει opdat hij (dit) geeft ταῖς προσευχαῖς τῶν ἁγίων πάντων aan de gebeden van de heiligen, van (hen) allen,
Het reukwerk (vierde naamval) wordt aan de gebeden (derde naamval) toegevoegd. De gebeden op zichzelf kunnen aan kracht te kort schieten, maar gedragen door de overvloedige hoeveelheid reukwerk gaan zij op tot God. Het idee dat reukwerk en gebeden verbonden kunnen worden staat al in Psalm 141:210. Geen enkel gebed is tevergeefs gedaan. Wat een bemoediging en aansporing om te blijven bidden.
Toen Jezus, het Lam van God, de boekrol had ontvangen hebben de vierentwintig oudsten ook al uit schalen reukwerk doen opgaan, net als hier symboliseerden deze de gebeden van de heiligen. De gebeden die gelovigen dagelijks opzenden vanuit verdrukking en vervolging en als mensen die zich niet meer op aarde en in hun eigen zondige lichaam thuis voelen11 worden werkelijk gehoord en bewaard. Ook als het lijkt dat God die niet hoort en er niet op reageert.
Heiligen staan apart in de wereld, onderscheiden zich van de aardbewoners die aan de aarde hechten. Zij volharden in hun aardse strijd in het volgen van Jezus. De toevoeging “van allen” hoort bij de heiligen. God heeft hen allemaal, zonder uitzondering, gehoord. Het getal van de heiligen is inderdaad compleet, het einde kan komen.
ἐπὶ τὸ θυσιαστήριον τὸ χρυσοῦν τὸ ἐνώπιον τοῦ θρόνου. op het altaar, het gouden, voor het aangezicht van de troon.
Het reukwerk wordt geofferd vanaf het gouden reukaltaar dat vlak voor de troon staat. Het vele reukwerk geeft de Here God overvloedig reden om nu onmiddellijk recht te gaan doen aan alle heiligen door op al hun gebeden alsnog metterdaad te reageren. Zij hebben daar al zolang op moeten wachten.
Paulus schrijft dat de Heilige Geest voor de heiligen bidt, hun gebeden zijn al genade die God schenkt12.
Het gaat hier om de gebeden van de martelaren onder het altaar (Opb 6:9) en die van de gehele gemeente van Christus van alle tijden. Het zijn de gebeden van hen die om Christus wil het kruis van zelfverloochening hebben gedragen. Zij hebben gevraagd om verlossing, om recht te worden gedaan en niet begrepen waarom God hen niet scheen te horen. Maar hun gebeden zijn bewaard tot dit moment, waarop God gaat ingrijpen en recht verschaffen.
4 καὶ ἀνέβη ὁ καπνὸς τῶν θυμιαμάτων en het ging omhoog de rook van het reukwerk
Dat de rook omhoog gaat wijst op de verhoring. Alle heiligen kunnen er zeker van zijn dat hun gebeden nu worden verhoord. Johannes heeft het gezien en getuigt ervan.
ταῖς προσευχαῖς τῶν ἁγίων aan de gebeden van de heiligen
Het reukwerk hecht zich aan de gebeden en neemt deze mee omhoog.
ἐκ χειρὸς τοῦ ἀγγέλου ἐνώπιον τοῦ θεοῦ. vanuit hand van de engel voor het aangezicht van God
De gebeden verlaten het wierookvat in de hand van de engel, geen enkel gebed blijft erin achter.
de aardebewoners bemerken dat het eindoordeel komt
5 καὶ εἴληφεν ὁ ἄγγελος τὸν λιβανωτὸν en hij heeft genomen, de engel, het wierookvat καὶ ἐγέμισεν αὐτὸν ἐκ τοῦ πυρὸς τοῦ θυσιαστηρίου en hij heeft gevuld het vanuit het vuur van het altaar καὶ ἔβαλεν εἰς τὴν γῆν,en hij heeft geworpen (het) naar de aarde
Nu ontbrandt de al lang ingehouden toorn van God. Alle onrecht gaat worden bestraft, de aardebewoners zien het aankomen. De gelovigen hebben verdrukking, lijden, hoon en laster verdragen en bij God gebracht. Zij wisten dat zij de wraak aan God konden overlaten13,14. Vuur op het altaar is niet langer nodig, ook geen wierook en gebeden meer om op te moeten stijgen. Het wierookvat wordt met de gloeiende kolen van het altaar gevuld en deze worden nu in een anticlimax naar de aarde geworpen.
Vuur dat vanuit de hemel op aarde valt staat symbool voor oordeel15,16.
καὶ ἐγένοντο βρονταὶ en er kwamen donderslagen καὶ φωναὶ en stemmen καὶ ἀστραπαὶ en bliksemflitsen καὶ σεισμός. en aardbevingen.
De stilte in de hemel eindigt dramatisch met oorverdovende geluiden en lichtflitsen op een schuddende aarde.
De volgorde van donderslagen en stemmen verschilt in de handschriften. Als God spreekt moeten mensen vrezen. Zoals destijds ook zijn volk bij de Sinaï17.
Voor de mens van vandaag is het vaak moeilijk te verteren dat eens het oordeel over deze aarde zal gaan en dat dit gebeurt vanuit de hemel. Het zijn zelfs de zeven aartsengelen die voor de troon staan die de bazuinen ontvingen en die het oordeel doen komen. De voltallige gemeente is dan al verzameld in de hemel. Deze zeven engelen, zijn ook de zeven geesten voor de troon. Al bij het begin van dit boek stemden zij in met deze groet aan de gemeente18. Gelovigen hoeven van hen niets te vrezen.
Ga verder naar Opb 8 vers 6
Ga terug naar Opb 7 vers 13-17
- Openbaring 7:15 Daarom zijn zij vóór de troon van God, en dienen Hem dag en nacht in Zijn tempel. En Hij Die op de troon zit, zal Zijn tent over hen uitspreiden. 16 Zij zullen geen honger of dorst meer hebben, en geen zonnesteek of enige hitte zal hen treffen. 17 Want het Lam, Dat in het midden van de troon is, zal hen weiden en zal hen geleiden naar de levende waterbronnen. En God zal alle tranen van hun ogen afwissen. [↩]
- Openbaring 6:16 En zij zeiden tegen de bergen en de rotsen: Val op ons en verberg ons voor het aangezicht van Hem Die op de troon zit, en voor de toorn van het Lam. 17 Want de grote dag van Zijn toorn is aangebroken en wie kan dan staande blijven? [↩]
- Lukas 15:10 Zo zeg Ik u, is er blijdschap vóór de engelen van God over één zondaar die zich bekeert. [↩]
- 2 Petrus 3:9 De Heere vertraagt de belofte niet (zoals sommigen dat als traagheid beschouwen), maar Hij heeft geduld met ons en wil niet dat enigen verloren gaan, maar dat allen tot bekering komen. 10 Maar de dag van de Heere zal komen als een dief in de nacht. Dan zullen de hemelen met gedruis voorbijgaan en de elementen brandend vergaan, en de aarde en de werken daarop zullen verbranden. [↩]
- Want de Heere Zelf zal met een geroep, met de stem van een aartsengel en met een bazuin van God neerdalen uit de hemel. [↩]
- Jozua 6:4 Zeven priesters moeten voor de ark uit zeven ramsbazuinen dragen. En u moet op de zevende dag zeven keer rondom de stad gaan, en de priesters moeten op de bazuinen blazen. 5 En het zal gebeuren, als men de langgerekte toon op de ramshoorn blaast, als u het bazuingeschal hoort, dat heel het volk een luid gejuich zal aanheffen. Dan zal de stadsmuur instorten en het volk moet eroverheen klimmen, ieder recht voor zich uit……. 10 Jozua had het volk echter geboden: U mag niet juichen, u mag uw stem niet laten horen en geen woord mag er uit uw mond gaan, tot op de dag dat ik tegen u zeg: Juich! Dan moet u juichen. [↩]
- En de zesde engel blies op de bazuin, en ik hoorde uit de vier hoorns van het gouden altaar dat vóór God stond, één stem komen. [↩]
- Ex 25:9 Volgens alles wat Ik u zal tonen, een ontwerp van de tabernakel en een ontwerp van al zijn voorwerpen, zó moet u het maken. [↩]
- Ex 30:1 U moet ook een altaar voor het branden van reukwerk maken. Van acaciahout moet u het maken; [↩]
- Laat mijn gebed als reukwerk voor Uw aangezicht staan, laat mijn opgeheven handen als het avondoffer zijn. [↩]
- Romeinen 7:23 Maar in mijn leden zie ik een andere wet, die tegen de wet van mijn verstand strijd voert en mij tot gevangene maakt van de wet van de zonde, die in mijn leden is. 24 Ik ellendig mens, wie zal mij verlossen uit het lichaam van deze dood? 25 Ik dank God, door Jezus Christus, onze Heere. [↩]
- Rom 8: 26 En evenzo komt ook de Geest onze zwakheden te hulp, want wij weten niet wat wij bidden zullen zoals het behoort. De Geest Zelf echter pleit voor ons met onuitsprekelijke verzuchtingen. [↩]
- Rom 12:17 Vergeld niemand kwaad met kwaad. Wees bedacht op wat goed is voor alle mensen. 18 Leef, zo mogelijk, voor zover het van u afhangt, in vrede met alle mensen. 19 Wreek uzelf niet, geliefden, maar laat ruimte voor de toorn, want er staat geschreven: Mij komt de wraak toe, Ik zal het vergelden, zegt de Heere. [↩]
- Deut 32:35 Aan Mij komt de wraak en de vergelding toe, op het tijdstip dat hun voet wankelt. Voorzeker, de dag van hun ondergang is dichtbij, en spoedig komen de dingen die hen te wachten staan. 36 Want de HEERE zal Zijn volk recht verschaffen,… [↩]
- Exodus 9:23 Toen strekte Mozes zijn staf naar de hemel, en de HEERE gaf donder en hagel. Vuur schoot naar de aarde, en de HEERE liet hagel neerkomen op het land Egypte. [↩]
- Ezechiël 10:2 Toen zei Hij tegen de Man Die in linnen gekleed was: Ga onder de cherub de ruimte tussen de wielen binnen, vul Uw beide handen met vurige kolen uit de ruimte tussen de cherubs, en strooi ze uit over de stad. [↩]
- Ex 19:18 De berg Sinaï was geheel in rook gehuld, omdat de HEERE er in vuur neerdaalde. De rook ervan steeg omhoog als de rook van een oven, en heel de berg beefde hevig. 19 Het bazuingeschal werd gaandeweg zeer sterk. [↩]
- Opb 1:4 Genade zij u en vrede, van Hem Die is en Die was en Die komt, en van de zeven Geesten, Die voor Zijn troon zijn en van Jezus Christus … [↩]