Ga naar de inhoud

Openbaring hoofdstuk 6 vers 1-2

Openbaring in het kort, een overzicht
Introductie op Openbaring
Hoofdstukken Openbaring
hoofdpagina site

HSV 1 En ik zag hoe het Lam het eerste van de zegels opende en ik hoorde een van de vier dieren met een stem als van een donderslag zeggen: Kom en zie! 2 En ik zag en zie, een wit paard, en Hij Die erop zat, had een boog. En Hem was een kroon gegeven en Hij trok uit, overwinnend en om te overwinnen.

NBG51 1 En ik zag, toen het Lam een van de zeven zegels opende, en ik hoorde een van de vier dieren zeggen met een stem als van een donderslag: Kom! 2 En ik zag, en zie, een wit paard, en die erop zat, had een boog en hem werd een kroon gegeven, en hij trok uit, overwinnende en om te overwinnen.

NBV21 1 Toen zag ik dit: het lam verbrak een van de zeven zegels en ik hoorde een van de vier wezens roepen met een geluid als een donderslag: ‘Kom!’ 2 Ik zag dit: een wit paard met een ruiter, die een boog droeg. Hij kreeg een zegekrans en trok op als een overwinnaar, op weg naar nieuwe overwinningen. 

Het eerste zegel verbroken

1 Καὶ εἶδον En ik zag ὅτε ἤνοιξεν toen Hij heeft geopend, τὸ ἀρνίον het Lam,
Zoals opgemerkt in het vorige hoofdstuk verwijst ‘het Lam staande als geslacht’ naar de opgestane Here Jezus. Johannes ziet hem wellicht in volle heerlijkheid, zoals Hij eerder verscheen (Opb 1:13-16). Hij regeert nu als de Leeuw van Juda, de Koning van de koningen en de Vorst van alle vorsten. Alle aartsengelen staan onder zijn bevel, Hij heeft alle overzicht, kracht en macht zoals gesymboliseerd in de zeven ogen en de zeven hoorns van het Lam. Alles is symbooltaal, want een lam kan geen zegels openen en geen boekrol vasthouden.
Na het zich zetten aan de rechterzijde van God op de troon belijden allen, waar dan ook, dat Hem de hoogste lof, eer, heerlijkheid en kracht toebehoort (Opb 5). Hij wordt aanvaard als eeuwige Koning en Heerser over alles. Maar dit betekent niet dat nu alle kwaad verdwenen is uit de schepping. Daar gaat wel mee afgerekend worden, ook al zal dat nog niet direct zijn.
μίαν ἐκ τῶν ἑπτὰ σφραγίδων, één (het eerste) van de zeven zegels
De zegels worden nu een voor een verbroken.
καὶ ἤκουσα ἑνὸς ἐκ τῶν τεσσάρων ζῴων λέγοντος en ik hoorde een uit de vier levende wezens, zeggende,
Bij het verbreken van elk van de eerste vier zegels beveelt steeds een ander van de vier levende wezens een ruiter te paard om tevoorschijn te komen. Ruiters te paard waren in die tijd zeker de snelsten om iets ver te verspreiden. Ten goede of ten kwade.
De levende wezens zullen niet op eigen initiatief bevelen geven, de opdracht ertoe zal uit zijn gegaan van de troon.
ὡς φωνὴ βροντῆς·. als geluid van een donderslag:
Een stem die overal wordt gehoord, een stem die heel ver draagt en niet genegeerd kan worden. Die moet worden gehoorzaamd. Ook bij het verbreken van de volgende zegels moet worden aangenomen dat de stem weer zo klinkt. Op dit moment horen alle ruiters, die straks een voor een opdraven, deze stem. Zij moeten komen en zich presenteren voor de Leeuw van Juda op de troon.
ἔρχου (καὶ ἴδε) Kom (en zie)!
Het is hier niet duidelijk wat de originele tekst is geweest, was dat ‘Kom en zie’ of gewoon ‘Kom’! De meeste ‘deskundigen’ houden het op alleen ‘Kom’. Maar net als ‘kom en zie’ geeft ook ‘kom’ problemen om te begrijpen. ‘Kom’ suggereert dat, zoals straks blijkt, vanuit de hemel ruiters worden opgeroepen om op aarde ellende te gaan brengen. ‘Kom en zie’, met in vers 2 ‘en ik zag en zie’, leidt tot de gedachte dat Johannes wordt opgeroepen om te komen kijken. En dat roept dan de vraag op: waarom is daar zo een imponerende, krachtige ver dragende stem als een donderslag voor nodig? Want Johannes heeft zojuist nog een oudste gewoon tot hem horen spreken 1.


Onderzoek van handschriften heeft laten zien dat bij twijfel meestal de lastigst te begrijpen variant de meest oorspronkelijke is.
De zogenaamde “lection difficilior” de lastige lezing (Frans: “lecture difficile”).
Maar hier geldt voor beide varianten dat zij wat problematisch zijn.
Dus, wat is hier het originele handschrift?
Bij de introductie op Openbaring is een tabel getoond met handschriften,
die gerangschikt zijn naar welke het meest betrouwbaar worden geacht.
De handschriften die ‘en zie’ hebben zijn (in codetaal) o.a. 2344, 2329 en de Sinaiticus,
zij staan respectievelijk op plaats 5, 7 en 10 van de lijst, een beetje de middenmoot.
De Sinaiticus is overigens wel een van de oudste en dateert uit ca. 340 na Christus.
De handschriften die ‘en zie’ weglaten zijn o.a. de Alexandrinus en de Codex Ephraemi Rescriptus,
zij staan op de ranglijst op plaats 1, 2 dus scoren hoog, maar zijn van iets latere datum.
Nu is de score op betrouwbaarheid niet alleen afhankelijk van de vindplaatsen van de handschriften en het spoor dat zij zijn gegaan.
Deze score is ten dele subjectief, omdat meetelt wat men de ‘moeilijkste lezing’ vindt.
Geldt hier, bij twee moeilijke lezingen, ’the jury is still out’?
Is de jury nog in beraad en is er nog geen definitieve uitspraak mogelijk over wat hier de meest betrouwbare grondtekst is?


Als wij uitgaan van Kom en zie dan zijn er eigenlijk geen problemen om de tekst te begrijpen. Maar dan moeten wij die niet op Johannes toepassen, maar juist op de ruiters! Dit bulderende commando roept hen op te voorschijn te komen en vooral ook omhoog te zien naar waar dit geluid vandaan komt. Het gebruikte woord voor zien doelt vooral op inzien, inzicht krijgen. Wat het voor hen betekent om nu de Here Jezus in volle heerlijkheid in het oog te krijgen. Om met ontzag op te zien naar de troon, waarop de Leeuw van Juda, de Koning der koningen, de Vorst der vorsten zit! ‘Kom’ is niet bedoeld om bij het verbreken van dit zegel iets nieuws te laten gebeuren in de geschiedenis op aarde. Nee, het optreden van deze ruiters is verre van nieuw. De ruiters brengen al sinds de val van de mens deze ellende op aarde. Dat begon als eerste met de misleiding van de mens door de duivel. Toen moest de mens de Hof van Eden verlaten en werd die voor hen gesloten. Zo werd de mens uitlandig, ellendig, onderhevig aan de dood2. Wat resteerde was de relatie met de satan. Jezus noemt hem de mensenmoordenaar vanaf het begin3. Zoals straks blijkt gaat ook bij deze ruiters de misleider voorop en wat volgt is de dood in vele gedaantes. Maar wat wel nieuw is, bij het verbreken van de zegels, is de situatie voor de ruiters. Die is wezenlijk veranderd, het einde van hun regime is aanstaande, er is een nieuwe tijd begonnen. Zij weten het, nadat ze een donderende oproep hebben gehoord en de troon in de hemel hebben aanschouwd. Daar staat een Heerser die uit de doden is opgestaan! Die zal ook hen overwinnen!

Verderop zal blijken dat het openen van de eerste zes zegels nooit iets toont dat er al niet was! Voor de verklaring van de zegels die nog verbroken zullen worden is het belangrijk hier alvast aandacht aan te besteden. Van al die situaties, gebeurtenissen, heeft de Here Jezus gezegd dat die er altijd zullen zijn. Uit de geschiedenis weten wij dat zij er altijd al waren.

Het gaat bij het openen van die zegels achtereenvolgens om:
1. misleiding,
2. oorlog,
3. hongersnood,
4. besmettelijke ziekten en dood,
5. het doden van gelovigen en
6. aardbevingen 4.
Niets van dat alles betekent dat dan het einde komt. Dat zal pas zijn als het Evangelie overal is verkondigd 5.
Veel uitleggers zien voor wat betreft de vier ruiters overeenkomsten met de nachtgezichten van Zacharia waarin ook vier ruiters optreden. Die rijden op paarden met kleuren die ten dele hetzelfde zijn als hier. Maar het is de vraag of dat visioen ook maar iets helpt voor het verklaren van dit gedeelte uit Openbaring. Wel natuurlijk de symboliek van het getal vier zodat de ruiters alle vier de windstreken, heel de aarde, bestrijken. Hun functie is echter verschillend, zie 6, 7. Het optreden van de vier ruiters in Openbaring kan het best worden verklaard door te letten op de parallel met de profetieën van de Here Jezus over het einde. Zie de volgende tabel met een vergelijking tussen de Evangeliën en het openen van de zeven zegels:

Opb 6:1–2: eerste zegel: ruiter als de antichrist

Mat 24:4 En Jezus antwoordde en zei tegen hen: Pas op dat niemand u misleidt. 5 Want velen zullen komen onder Mijn Naam en zeggen: Ik ben de Christus; en zij zullen velen misleiden.

Mark 13:5 En Jezus antwoordde hun en begon te zeggen: Pas op dat niemand u misleidt. 6 Want velen zullen komen onder Mijn Naam en zeggen: Ik ben de Christus; en zij zullen velen misleiden.

Luk 21:8 En Hij zei: Pas op dat u niet misleid wordt, want velen zullen komen onder Mijn Naam en zeggen: Ik ben de Christus, en: De tijd is nabijgekomen. Ga hen dan niet achterna.

Opb 6:3–4: tweede zegel: ruiter neemt de vrede weg, mensen worden gedood met het zwaard

Mat 24:6 U zult horen van oorlogen en geruchten van oorlogen; pas op, word niet verschrikt, want al die dingen moeten gebeuren, maar het is nog niet het einde. 7 Want het ene volk zal tegen het andere volk opstaan, en het ene koninkrijk tegen het andere koninkrijk; en er zullen hongersnoden zijn en besmettelijke ziekten en aardbevingen in verscheidene plaatsen. 8 Maar al die dingen zijn nog maar een begin van de weeën.

Mark 13:7 En wanneer u hoort van oorlogen en geruchten van oorlogen, word dan niet verschrikt, want dit moet gebeuren, maar het is nog niet het einde. 8 Want het ene volk zal tegen het andere volk opstaan en het ene koninkrijk tegen het andere koninkrijk;

Luk 21: 9 En wanneer u zult horen van oorlogen en allerlei oproer, wees dan niet verschrikt. Want deze dingen moeten eerst geschieden, maar dat betekent niet meteen het einde. 10 Toen zei Hij tegen hen: Het ene volk zal tegen het andere volk opstaan en het ene koninkrijk tegen het andere koninkrijk;

Opb 6:5–6: derde zegel: ruiter brengt hongersnoden

Mat 24:7b en er zullen hongersnoden zijn

Mark 13:8c en er zullen hongersnoden zijn en onlusten. Deze dingen zijn het begin van de weeën. 

Luk 21:11b hongersnoden

Opb 6:7–8: vierde zegel: ruiter brengt besmettelijke ziekten en de dood

Mat 24:7c en besmettelijke ziekten

Mark 13:8d oproeren/ onlusten 8

Luk 21:11c en besmettelijke ziekten.

Opb 6: 9-11 vijfde zegel: martelaren: “hoelang nog?”. Evangelieverkondiging gaat door tot alle uitverkorenen ‘binnen’ zijn

Mat 24 9 Dan zullen zij u overleveren aan verdrukking en u doden, en u zult door alle volken gehaat worden omwille van Mijn Naam. 10 En dan zullen er velen struikelen en zij zullen elkaar overleveren en elkaar haten. 11 En er zullen veel valse profeten opstaan en die zullen er velen misleiden. 12 En doordat de wetteloosheid zal toenemen, zal de liefde van velen verkillen. 13 Maar wie volharden zal tot het einde, die zal zalig worden. 14 En dit Evangelie van het Koninkrijk zal in heel de wereld gepredikt worden tot een getuigenis voor alle volken; en dan zal het einde komen.

Mark 13:9 Doch gij, ziet toe op uzelf. Zij zullen u overleveren aan gerechtshoven, en in synagogen zult gij gegeseld worden en voor stadhouders en koningen zult gij gesteld worden om Mijnentwil, tot een getuigenis voor hen. 10 En aan alle volken moet eerst het evangelie gepredikt worden. 

Luk 21:12 Maar vóór dit alles zullen ze de handen aan u slaan en u vervolgen, door u over te leveren in de synagogen en gevangenissen, en u zult voor koningen en stadhouders geleid worden omwille van Mijn Naam. 13 En dit zal u overkomen, opdat u zult getuigen.

Opb 6: 12-17 zesde zegel: aardbeving, zon verduisterd, maan als bloed, sterren vallen, het einde is nabij

Mat 24:7c en aardbevingen in verscheidene plaatsen.     
29 En meteen na de verdrukking van die dagen zal de zon verduisterd worden en de maan zal zijn schijnsel niet geven en de sterren zullen van de hemel vallen en de krachten van de hemelen zullen heftig bewogen worden. 

Mark 13:8b Er zullen nu hier, dan daar, aardbevingen zijn    
24 Maar in die dagen, na de verdrukking, zal de zon verduisterd worden en de maan zal haar glans niet geven. 25 En de sterren zullen van de hemel vallen en de machten der hemelen zullen wankelen.

Luc 21: 11a en er zullen grote aardbevingen zijn in verschillende plaatsen, . 11c Er zullen ook verschrikkelijke dingen en grote tekenen vanuit de hemel plaatsvinden.
25 En er zullen tekenen zijn in zon, maan en sterren, en op de aarde benauwdheid onder de volken, in radeloosheid vanwege het bulderen van zee en golven. 26 En het hart van de mensen zal bezwijken van vrees en verwachting van de dingen die de wereld zullen overkomen, want de krachten van de hemelen zullen heftig bewogen worden.

Opb 8: 1-2 zevende zegel stilte in de hemel enz.

Mat 24:30 En dan zal aan de hemel het teken van de Zoon des mensen verschijnen; en dan zullen al de stammen van de aarde rouw bedrijven en zij zullen de Zoon des mensen zien, als Hij op de wolken van de hemel komt met grote kracht en heerlijkheid. 31 En Hij zal Zijn engelen uitzenden onder luid bazuingeschal, en zij zullen Zijn uitverkorenen bijeenbrengen uit de vier windstreken, van het ene uiterste van de hemelen tot het andere uiterste ervan.

Mark 13:26 En dan zullen zij de Zoon des mensen zien komen op de wolken, met grote macht en heerlijkheid. 27 En dan zal Hij zijn engelen uitzenden en zijn uitverkorenen verzamelen uit de vier windstreken, van het uiterste der aarde tot het uiterste des hemels.

Luc 21:27 En dan zullen zij de Zoon des mensen zien komen in een wolk, met grote kracht en heerlijkheid. 28 Wanneer nu deze dingen beginnen te geschieden, kijk dan omhoog en hef uw hoofd op, omdat uw verlossing nabij is.

Een wit paard met daarop een boogschutter verschijnt

2 καὶ εἶδον, En ik zag καὶ ἰδοὺ en zie ἵππος λευκός, een paard wit καὶ ὁ καθήμενος ἐπ’ αὐτὸν en de zittende op hem ἔχων τόξον hebbende een boog
Er zijn uitleggers die menen dat de eerste ruiter op het witte paard de Here Jezus Christus is. Daartoe wijzen zij op overeenkomsten die zij zien met de ruiter uit Openbaring 19 9.
Wit is inderdaad zonder meer de kleur van overwinning en van reinheid. Maar Paulus herinnert de Korintiërs eraan dat de duivel zich kan vertonen als een engel van het licht 10. Verder draagt deze ruiter een strijdboog, dat wijst eigenlijk altijd op oorlogvoering 11,12,13,14,15,16 enz. enz.. En nog vele tientallen verzen meer spreken in dezelfde zin. De ruiter uit Opb 19 draagt daarentegen een scherp, tweesnijdend zwaard (rhomphaia) dat uitgaat uit zijn mond (zie ook Opb 1:16). Hij kan het met woorden af. Het is niet het slachtmes (machaira) dat voor het doden van offerdieren werd gebruikt, waarmee Petrus het oor trof van de dienaar van de hogepriester 17. Het is niet het zwaard van de ruiter op het vuurrode paard dat verschijnt bij het verbreken van het volgende zegel en oorlog brengt18. Ook niet het zwaard waarmee Jakobus werd gedood 19. 20.
Verder is het ook zeer onlogisch dat de Here Jezus, die zelf de zegels opent, zich nu laat commanderen met de stem van een donderslag, om zich vervolgens als ruiter te gaan presenteren voor zichzelf.
Kortom, de witte ruiter die voorop gaat doet zich voor als een brenger van licht, maar het is een misleider.
Als andere verklaring is ook gedacht dat de eerste ruiter het Evangelie vertegenwoordigt, omdat de verkondiging van het Evangelie vooraf gaat aan het einde 21, 22. Het Evangelie wordt ongetwijfeld verkondigd en parallel daaraan ook de misleiding. Maar een boog om oorlog mee te voeren is niet het geëigende symbool voor de Evangelieverkondiging. Boogschutters gaan, nog onherkenbaar, in de oorlog voorop en raken de vijand al vanaf grote afstand 23. Verkondiging van het Woord is persoonlijk, gaat van dichtbij, van de mond naar het oor. De verkondiging van het Evangelie is gelijk al aan Johannes getoond in Openbaring 1 24 met een bijzondere Evangelieboodschap. Jezus is dood geweest en Hij leeft en heerst over het rijk van de dood en de dood. Dat tweesnijdend scherp zwaard is ook bekend uit de brief aan de Hebreeën 25. Direct daarna gaat het Woord als eerste uit naar de zeven gemeenten en blijft rondgaan tot in de gemeenten van nu.
καὶ ἐδόθη αὐτῷ στέφανος en het is gegeven aan hem een zegekrans καὶ ἐξῆλθεν νικῶν en hij is uitgegaan, overwinnende καὶ ἵνα νικήσῃ. en opdat hij overwint.
In de brieven aan de zeven gemeenten wordt de krans van de overwinning toegezegd aan gelovigen die volharden. Zou dit dan niet op Jezus wijzen, de Overwinnaar? Maar Openbaring geeft aan dat ook de draak kan overwinnen 26, 27. De zegekransen van de vierentwintig oudsten (Opb 4:4) zijn van goud, daarom worden zij kronen genoemd. Maar hier mist de toevoeging goud, dat geeft aan dat het een zegekrans is die te zijner tijd zal verwelken 28. Verwoestende sprinkhanen (Opb 9:7) dragen een zegekrans die lijkt op goud, dat is dus ook slechts schijn. De zegekrans die deze ruiter ontvangt, is dus ook geen bewijs dat het om de Here Jezus Christus gaat. De Here Jezus wordt getoond in Opb 19 als de grote overwinnaar na de strijd. Zijn kleding toont nog het bloed dat Hij gaf voor zijn volk. Hij is getooid met vele diademen, dat zijn versierselen die Hij koningen heeft ontroofd. Hij wordt gevolgd door een groots triomferend leger dat Hem volgt. Het blijkt zijn Bruid te zijn, allen overwinnaars in het geloof door het altijd blijven volgen van Hem. Ook als het moet tot in de dood ter wille van zijn Naam.

Deze eerste ruiter is de aanvoerder van de hem volgende strijdende ruiters. Hij wordt door sommige uitleggers ook wel de antichrist genoemd, dat is inderdaad degene die zich voordoet als de messias, als de christus, maar het niet is 29, 30. De schokkende waarheid is dat de grens tussen goed en kwaad vaak bijna niet te zien is. Dat wat er heel goed uit ziet, kan een duivelse misleiding zijn!
Samen treedt het viertal op als eenheid. Dat blijkt uit het ‘hun’ in Opb 6:8 31, zie verder de uitleg bij vers 8. Het aantal van vier wijst al op deze eenheid, het houdt verband met de vier windstreken, zoals ook de vier engelen in het volgende hoofdstuk optreden 32. Zo wordt de gehele aarde door deze ruiters bestreken. Albrecht Dürer had al dit inzicht in 1498.

De vier ruiters uit Openbaring, Albrecht Dürer, houtsnede 1498
Metropolitan Museum of Art, New York

De ruiter is getooid met de krans van een overwinnaar nog voordat de zege is behaald. Hij mag slagen in wat hij doet, maar het is een krans die zal verwelken.
Wat betekent nu “het is gegeven aan hem”? De passieve vorm voor ‘het is gegeven’ verwijst naar God. In het Grieks staat er έδόθη (edothē).


Het is goed even bij dit edothē stil te staan, want dit woord komt eenentwintig keer voor in Openbaring, bijvoorbeeld hier33,34,35,36. In de andere boeken van het NT slechts tien keer. Wat hier aan de orde is heeft alles te maken met het lijden op aarde. Met veel ‘waarom’ vragen. Verwar het niet met de meer dan honderd andere keren in het NT, dat in een vertaling ‘gegeven’ staat, als dat komt van een ander Grieks werkwoord, zoals bijvoorbeeld in37,38.


Als God hier toestaat dat de ruiters op aarde ellende mogen brengen dan heeft dat een oorzaak. De ellende, de dood, heeft de mens zelf door de val over zich heen gehaald. God had er voor gewaarschuwd. Het was niet Gods wens, niet zijn bedoeling dat het zo zou gaan. Hij verlangde naar een eeuwig durende liefdevolle relatie met de mens. Daartoe schiep Hij hem naar zijn beeld om dat mogelijk te maken. De mens werd daartoe gevraagd Hem te gehoorzamen en daarmee het vertrouwen in en de liefde voor Hem te tonen. God wilde geen robots maken die niet anders zouden kunnen dan gehoorzamen. Daarmee is geen relatie in liefde mogelijk. Maar nu de mens luisterde naar de verleider, ging de prille relatie stuk. En God hield zich aan zijn woord van waarschuwing. Toch wist God ook al van de weg die geopend zou worden door zijn Zoon om de relatie te kunnen herstellen 39, 40. Heel Openbaring getuigt daarvan en op het eind is te lezen dat het goed komt 41.
Intussen is het de misleider gegeven (en dus niet pas op dit moment!) allen te overwinnen, die zich niet aan God, aan Christus overgeven om door Hem gered te worden 42. Wie anderzijds Christus mag volgen en waakzaam blijft onder leiding van de Heilige Geest, is veilig voor deze witte ruiter en voor de ruiters die volgen 43. Die zal niet worden misleid, die wordt een overwinnaar. Zo bewerken deze ruiters, en later ook andere dienaren van satan, de scheiding tussen mensen, tussen het volk van God en de volgelingen van satan. De misleider krijgt vanaf nu overigens nog slechts een korte tijd om met dit werk verder te gaan 44. De ruiter en zijn volgelingen zullen eens voor altijd vernietigd worden. Het wordt beschreven in de voorlaatste hoofdstukken 17-20 van Openbaring.
Zelfs als gelovigen gedood worden, zullen zij, zoals straks blijkt, niet door de dood beschadigd worden. Het is ‘slechts’ hun eerste dood die toegang geeft tot het eeuwige leven 45. Gevreesd moet worden voor de tweede dood, die iemand treft als hij bij de wederkomst van Christus opstaat en dan veroordeeld wordt 46.
Het is een van de wonderlijke paradoxen van de Bijbel dat de Here God zelfs het werk van satan gebruikt voor het doel dat Hij heeft. Intussen doet de mens er alles aan om zelf de nieuwe aarde te creëren buiten God en zijn Zoon om. Om de vloek die over de aarde werd uitgesproken 47 te verzachten en indien mogelijk te ontlopen. Vaak alles tot eigen eer en met vijandschap en ontkenning van God. Hij Die in zijn Zoon nog altijd die liefdevolle relatie met de mens wil herstellen en opbouwen. Die geëerd wil worden om wat Hij schonk en nog wil schenken aan een mensheid in nood. Op dat menselijk streven kan geen zegen rusten. Alle heersers die hier op aarde een paradijs hebben willen stichten hebben er stuk voor stuk een hel van gemaakt. Het heeft honderden miljoenen mensen het leven gekost! Wij hoeven niet zover terug te gaan als wij Stalin noemen, Hitler, Mao Zedong, Pol Pot, Idi Amin, Ceauscu, Kim Il Sung enz. Allen schenen een tijd lang onoverwinnelijk, maar onze jongeren kennen hen al niet of nauwelijks meer.


Ga verder naar Opb 6:3-8
Ga terug naar Opb 5:11-14

  1. Opb 5:5 En een van de ouderlingen zei tegen mij: Huil niet. Zie, de Leeuw Die uit de stam van Juda is, de Wortel van David, heeft overwonnen om de boekrol te openen en zijn zeven zegels te verbreken. []
  2. Gen 2:16 En de HEERE God gebood de mens: Van alle bomen van de hof mag u vrij eten, 17 maar van de boom van de kennis van goed en kwaad, daarvan mag u niet eten, want op de dag dat u daarvan eet, zult u zeker sterven. []
  3. Joh 8:44 U bent uit uw vader de duivel, en wilt de begeerten van uw vader doen; die was een mensenmoordenaar van het begin af, en staat niet in de waarheid, want er is in hem geen waarheid. Wanneer hij de leugen spreekt, spreekt hij vanuit wat van hemzelf is, want hij is een leugenaar en de vader van de leugen. []
  4. Mat 24:3 Toen Hij op de Olijfberg zat, gingen de discipelen naar Hem toe toen zij alleen waren, en zeiden: Zeg ons, wanneer zullen deze dingen gebeuren? En wat is het teken van Uw komst en van de voleinding van de wereld? 4 En Jezus antwoordde en zei tegen hen: Pas op dat niemand u misleidt. 5 Want velen zullen komen onder Mijn Naam en zeggen: Ik ben de Christus; en zij zullen velen misleiden. 6 U zult horen van oorlogen en geruchten van oorlogen; pas op, word niet verschrikt, want al die dingen moeten gebeuren, maar het is nog niet het einde. 7 Want het ene volk zal tegen het andere volk opstaan, en het ene koninkrijk tegen het andere koninkrijk; en er zullen hongersnoden zijn en besmettelijke ziekten en aardbevingen in verscheidene plaatsen. 8 Maar al die dingen zijn nog maar een begin van de weeën. 9 Dan zullen zij u overleveren aan verdrukking en u doden, en u zult door alle volken gehaat worden omwille van Mijn Naam. []
  5. Mat 24:13 Maar wie volharden zal tot het einde, die zal zalig worden. 14 En dit Evangelie van het Koninkrijk zal in heel de wereld gepredikt worden tot een getuigenis voor alle volken; en dan zal het einde komen. []
  6. Zach 1:7 Op de vierentwintigste dag van de elfde maand – dat is de maand Sjebat – in het tweede jaar van Darius, kwam het woord van de HEERE tot Zacharia, de zoon van Berechja, de zoon van Iddo, de profeet: 8 Ik zag ’s nachts, en zie, een Man Die op een rood paard reed en Hij stond tussen de mirten die zich in de diepte bevonden, en achter Hem waren er rode, bruine en witte paarden 9 Ik zei: Mijn Heere, wat betekenen deze dingen? Toen zei de Engel Die met mij sprak tegen mij: Ík zal u laten zien wat deze dingen betekenen. 10 Toen antwoordde de Man Die tussen de mirten stond: Dit zijn degenen die de HEERE uitgezonden heeft om het land door te gaan. 11 En zij antwoordden de Engel van de HEERE, Die tussen de mirten stond, en zeiden: Wij zijn het land doorgegaan, en zie, heel het land zit neer en is stil. []
  7. Zacharia 6:1 Opnieuw sloeg ik mijn ogen op en zag, en zie, vier wagens kwamen tevoorschijn tussen twee bergen, en die bergen waren bergen van koper. 2 De eerste wagen had rode paarden, de tweede wagen zwarte paarden, 3 de derde wagen witte paarden en de vierde wagen sterke, gevlekte paarden. 4 Ik nam het woord en zei tegen de Engel Die met mij sprak: Wat betekenen deze wagens, mijn Heere? 5 Daarop antwoordde de Engel en zei tegen mij: Dat zijn de vier winden van de hemel, die eropuit trekken van de plaats waar zij voor de Heere van heel de aarde hebben gestaan. 6 Die de zwarte paarden hebben, trekken uit naar het land van het noorden; de witte paarden trekken uit, hen achterna, en de gevlekte trekken uit naar het land van het zuiden. 7 En de sterke paarden trokken uit en wilden het land doorgaan, want Hij had gezegd: Ga, ga het land door. Toen gingen zij het land door. 8 Vervolgens riep Hij mij en sprak tot mij: Zie, zij die zijn uitgetrokken naar het land van het noorden, hebben Mijn geest doen rusten in het land van het noorden. []
  8. gebeurde bijv. bij de corona pandemie, anno 2021 []
  9. Opb 19: 11 En ik zag de hemel geopend, en zie, een wit paard, en Hij Die daarop zat, werd getrouw en waarachtig genoemd. En Hij oordeelt en voert oorlog in gerechtigheid. 12 En Zijn ogen waren als een vuurvlam en op Zijn hoofd waren vele diademen. Hij had een naam, die opgeschreven was, en die niemand kent dan Hij zelf. 13 En Hij was bekleed met een in bloed gedoopt bovenkleed, en Zijn naam luidt: Het Woord van God. 14 En de legers in de hemel volgden Hem op witte paarden, gekleed in fijn linnen, wit en smetteloos. 15 En uit Zijn mond kwam een scherp zwaard, opdat Hij daarmee de heidenvolken zou slaan. En Hij zal hen hoeden met een ijzeren staf. []
  10. 2 Kor 11:13 Want zulke lieden zijn valse apostelen, bedrieglijke arbeiders, die zich voordoen als apostelen van Christus.14 En geen wonder, want de satan zelf doet zich voor als een engel van het licht. 15 Het is dus niets bijzonders als ook zijn dienaars zich voordoen als dienaars van gerechtigheid. Hun einde zal zijn overeenkomstig hun werken. []
  11. 1 Sam 31:3 De strijd tegen Saul werd zwaar: de schutters, de mannen met de boog, troffen hem aan, en hij beefde zeer uit angst voor de schutters. []
  12. 2 Kon 9:24 Maar Jehu spande de boog met volle kracht en schoot Joram tussen de armen, zodat de pijl door zijn hart naar buiten kwam; en hij zonk neer in zijn wagen. []
  13. 1 Kron 5:18 Van de nakomelingen van Ruben, van de Gadieten en van de halve stam van Manasse, van de dapperen, mannen die schild en zwaard droegen, de boog spanden en geoefend waren voor de strijd,.. []
  14. 1 Kron 8:40 De zonen van Ulam waren mannen, strijdbare helden, die de boog spanden. []
  15. 1 Kron 12: … Zij waren onder de helden, die in die strijd hielpen, 2 gewapend met bogen. Zij gebruikten de rechter- en de linkerhand om stenen te slingeren en om pijlen te schieten met de boog. []
  16. Ps 46:10 Die de oorlogen doet ophouden tot aan het einde der aarde, de boog breekt en de speer in stukken slaat, de wagens met vuur verbrandt. []
  17. Joh 18:10 Simon Petrus dan, die een zwaard had, trok dat, trof de dienaar van de hogepriester en sloeg zijn rechteroor af. En de naam van de dienaar was Malchus. []
  18. Opb 6:4 En een ander paard, dat rood was, trok uit, en aan hem die erop zat, werd macht gegeven de vrede van de aarde weg te nemen, en te maken dat men elkaar zou afslachten. En hem werd een groot zwaard gegeven.. []
  19. Hand 12:2 En hij doodde Jakobus, de broer van Johannes, met het zwaard. []
  20. Overigens gebruikt de schrijver van de Hebreeën brief wel het woord machaira om een tweesnijdend zwaard aan te duiden in Hebr. 4:12 Want het Woord van God is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard, en het dringt door tot op de scheiding van ziel en geest, van gewrichten en merg, en het oordeelt de overleggingen en gedachten van het hart. []
  21. Marc 13:10 En het Evangelie moet eerst gepredikt worden aan alle volken. []
  22. Mat 24:14 En dit Evangelie van het Koninkrijk zal in heel de wereld gepredikt worden tot een getuigenis voor alle volken; en dan zal het einde komen. []
  23. NBG51 1 Kon 22:34 Een man echter spande de boog zonder bepaald doel en trof de koning van Israël tussen de verbindingsstukken en het pantser. []
  24. Opb 1:16 En Hij had zeven sterren in Zijn rechterhand en uit Zijn mond kwam een tweesnijdend scherp zwaard; en Zijn gezicht was zoals de zon schijnt in haar kracht. 17 En toen ik Hem zag, viel ik als dood aan Zijn voeten, en Hij legde Zijn rechterhand op mij en zei tegen mij: Wees niet bevreesd, Ik ben de Eerste en de Laatste, 18 en de Levende, en Ik ben dood geweest en zie, Ik ben levend tot in alle eeuwigheid. Amen. En Ik heb de sleutels van het rijk van de dood en van de dood zelf. []
  25. Heb 4:12 Want het Woord van God is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard, en het dringt door tot op de scheiding van ziel en geest, van gewrichten en merg, en het oordeelt de overleggingen en gedachten van het hart. []
  26. Opb 11:7 En wanneer zij hun getuigenis volbracht hebben, zal het beest dat uit de afgrond opkomt, oorlog met hen voeren en het zal hen overwinnen en hen doden. []
  27. Opb 13:7 En het beest werd macht gegeven om oorlog te voeren tegen de heiligen en om hen te overwinnen, en hem werd macht gegeven over elke stam, taal en volk. []
  28. Alleen de NBV21 vertaalt correct met zegekrans []
  29. Mat 24:5 Want velen zullen komen onder Mijn Naam en zeggen: Ik ben de christus; en zij zullen velen misleiden. []
  30. 2 Thess 2:7 Want het geheimenis van de wetteloosheid is al werkzaam. Alleen is er iemand die hem nu weerhoudt, totdat hij uit het midden verdwenen is. 8 En dan zal de wetteloze geopenbaard worden. De Heere zal hem verteren door de Geest van Zijn mond (opm. het zwaard) en hem tenietdoen door de verschijning bij Zijn komst; 9 hem, wiens komst overeenkomstig de werking van de satan is, met allerlei kracht, tekenen en wonderen van de leugen, 10 en met allerlei misleiding van de ongerechtigheid in hen die verloren gaan, omdat zij de liefde voor de waarheid niet aangenomen hebben om zalig te worden. 11 En daarom zal God hun een krachtige dwaling zenden, zodat zij de leugen geloven, 12 opdat zij allen veroordeeld worden die de waarheid niet geloofd hebben, maar een behagen hebben gehad in de ongerechtigheid. []
  31. En hun werd macht gegeven over het vierde deel der aarde om te doden, []
  32. Opb 7:1 Hierna zag ik vier engelen staan op de vier hoeken van de aarde. Zij hielden de vier winden van de aarde tegen, []
  33. Opb 13:5 En hem werd een mond gegeven, die grote woorden en godslasteringen spreekt; en hem werd macht gegeven dit tweeënveertig maanden lang te doen. []
  34. Opb 13:7 En hem werd gegeven om tegen de heiligen oorlog te voeren en hen te overwinnen; en hem werd macht gegeven over elke stam en natie en taal en volk. []
  35. Opb 13:14 En het verleidt hen, die op de aarde wonen, wegens de tekenen, die hem gegeven zijn te doen voor de ogen van het beest. En het zegt tot hen, die op de aarde wonen, dat zij een beeld moeten maken voor het beest, dat de wond van het zwaard had en weer levend geworden is. []
  36. Opb 13:15 En hem werd gegeven om aan het beeld van het beest een geest te schenken, zodat het beeld van het beest ook zou spreken, en maken dat allen, die het beeld van het beest niet aanbaden, gedood werden. []
  37. Mat 6:33 Zoek liever eerst het koninkrijk van God en zijn gerechtigheid, dan zullen al die andere dingen je erbij gegeven worden. []
  38. Marcus 12:43 Hij riep zijn leerlingen bij zich en zei tegen hen: ‘Ik verzeker jullie: deze arme weduwe heeft meer in de offerkist gedaan dan alle anderen die er geld in hebben gegooid;  44 want die hebben gegeven van hun overvloed, maar zij heeft van haar armoede alles gegeven wat ze had, haar hele levensonderhoud. []
  39. Micha 5:1 En u, Bethlehem-Efratha, al bent u klein om te zijn onder de duizenden van Juda, uit u zal Mij voortkomen Die een Heerser zal zijn in Israël. Zijn oorsprongen zijn van oudsher, van eeuwige dagen af. []
  40. Heb 10:19 Omdat wij nu, broeders, vrijmoedigheid hebben om in te gaan in het heiligdom door het bloed van Jezus, 20 langs een nieuwe en levende weg, die Hij voor ons heeft ingewijd door het voorhangsel, dat is door Zijn vlees, []
  41. Openbaring 21:3 En ik hoorde een luide stem uit de hemel zeggen: Zie, de tent van God is bij de mensen en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen Zijn volk zijn, en God Zelf zal bij hen zijn en hun God zijn. 4 En God zal alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal er niet meer zijn; ook geen rouw, jammerklacht of moeite zal er meer zijn. Want de eerste dingen zijn voorbijgegaan. []
  42. 2 Thess 2:11En daarom zal God hun een krachtige dwaling zenden, zodat zij de leugen geloven, 12 opdat zij allen veroordeeld worden die de waarheid niet geloofd hebben, maar een behagen hebben gehad in de ongerechtigheid. []
  43. Rom 8:35 Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus? Verdrukking, of benauwdheid, of vervolging, of honger, of naaktheid, of gevaar, of zwaard? 36 Zoals geschreven staat: Want omwille van U worden wij de hele dag gedood, wij worden beschouwd als slachtschapen. 37 Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars door Hem Die ons heeft liefgehad. 38 Want ik ben ervan overtuigd dat noch dood, noch leven, noch engelen, noch overheden, noch krachten, noch tegenwoordige, noch toekomstige dingen, 39 noch hoogte, noch diepte, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde van God in Christus Jezus, onze Heere. []
  44. Opb 12:12b Wee hun die de aarde en de zee bewonen, want de duivel is naar beneden gekomen, naar u toe, in grote woede, omdat hij weet dat hij nog maar weinig tijd heeft. []
  45. Joh 11:24 Martha zei tegen Hem: Ik weet dat hij zal opstaan bij de opstanding op de laatste dag. 25 Jezus zei tegen haar: Ik ben de Opstanding en het Leven; wie in Mij gelooft, zal leven, ook al was hij gestorven, 26 en ieder die leeft en in Mij gelooft, zal niet sterven in eeuwigheid. Gelooft u dat? []
  46. Luk 12:4 En Ik zeg u, Mijn vrienden: Wees niet bevreesd voor hen die het lichaam doden en daarna niets meer kunnen doen. 5 Maar Ik zal u laten zien voor Wie u bevreesd moet zijn: Wees bevreesd voor Hem Die, nadat Hij gedood heeft, ook macht heeft in de hel te werpen. Ja, Ik zeg u, wees bevreesd voor Hem!. []
  47. Gen 3:17 En tegen Adam zei Hij: Omdat u geluisterd hebt naar de stem van uw vrouw en van die boom gegeten hebt waarvan Ik u geboden had: U mag daarvan niet eten,is de aardbodem omwille van u vervloekt; met zwoegen zult u daarvan eten, al de dagen van uw leven; 18 dorens en distels zal hij voor u laten opkomen en u zult het gewas van het veld eten. 19 In het zweet van uw gezicht zult u brood eten,totdat u tot de aardbodem terugkeert, omdat u daaruit genomen bent; want stof bent u en u zult tot stof terugkeren. []