Openbaring in het kort, een overzicht
Introductie op Openbaring
Hoofdstukken Openbaring
hoofdpagina site
HSV 11 En ik zag, en hoorde een geluid van vele engelen rondom de troon, van de dieren en van de ouderlingen. En hun aantal bedroeg tienduizenden tienduizendtallen en duizenden duizendtallen. 12 En zij zeiden met luide stem: Het Lam Dat geslacht is, is het waard om de kracht te ontvangen, en rijkdom, wijsheid, sterkte, eer, heerlijkheid en dankzegging. 13 En elk schepsel dat in de hemel, op de aarde onder de aarde en op de zee is, en alles wat daarin is, hoorde ik zeggen: Aan Hem Die op de troon zit, en aan het Lam zij de dankzegging, de eer, de heerlijkheid en de kracht in alle eeuwigheid. 14 En de vier dieren zeiden: Amen. En de vierentwintig ouderlingen wierpen zich neer en aanbaden Hem Die leeft in alle eeuwigheid.
NBG51 11 En ik zag, en ik hoorde een stem van vele engelen rondom de troon, en van de dieren en de oudsten; en hun getal was tienduizenden tienduizendtallen en duizenden duizendtallen, 12 zeggende met luider stem:Het Lam, dat geslacht is, is waardig te ontvangen de macht en de rijkdom, en de wijsheid en de sterkte, en de eer en de heerlijkheid en de lof. 13 En alle schepsel in de hemel en op de aarde en onder de aarde en op de zee en alles wat daarin is, hoorde ik zeggen: Hem, die op de troon gezeten is, en het Lam zij de lof en de eer en de heerlijkheid en de kracht tot in alle eeuwigheden. 14 En de vier dieren zeiden: Amen. En de oudsten wierpen zich neder en aanbaden.
NBV21 11 Daarna hoorde ik het geluid van een groot aantal engelen rondom de troon, de wezens en de oudsten; het waren er oneindig veel, tienduizend maal tienduizenden, duizend maal duizenden. 12 Met luide stem riepen ze: ‘Het lam dat geslacht is, komt alle macht, rijkdom en wijsheid toe, en alle kracht, eer, lof en dank.’ 13 Elk schepsel in de hemel, op aarde, onder de aarde en in de zee, alles en iedereen hoorde ik zeggen: ‘Aan Hem die op de troon zit en aan het lam komen de dank, de eer, de lof en de macht toe, tot in eeuwigheid.’ 14 De vier wezens antwoordden: ‘Amen,’ en de oudsten wierpen zich in aanbidding neer.
Het Lam ontvangt het allergrootste eerbetoon
11 Καὶ εἶδον, En ik zag καὶ ἤκουσα en ik hoorde
Drieëndertig keer wordt ‘En ik zag’ gebruikt in Openbaring om een nieuw visioen te introduceren of om een visioen uit te breiden. Het zijn overrompelende, opeenvolgende gebeurtenissen. Nu ziet Johannes ook de engelen in de hemel en hoort hen ook. Hun stem gaat boven alles uit. Honderden miljoenen engelen! Johannes noemt het getal dat Daniel had beschreven 1. Zij nemen naar aardse maatstaven gemeten, een ruimte in van vele kilometers in het rond. Maar daar zal het niet om gaan. De getallen geven aan dat zij niet te tellen zijn.
φωνὴν ἀγγέλων πολλῶν een stem van engelen vele κύκλῳ τοῦ θρόνου rondom de troon
Net als de oudsten bevinden ook de engelen zich in een cirkel om de troon, het zal een zeer grote cirkel zijn geweest buiten het gebied dat Johannes eerst beschreef. Zij omringen de levende wezens en de kring van de oudsten.
καὶ τῶν ζῴων en de levende wezens καὶ τῶν πρεσβυτέρων, en de oudsten καὶ ἦν ὁ ἀριθμὸς αὐτῶν μυριάδες μυριάδων en het was het getal van hen tienduizenden van tienduizenden καὶ χιλιάδες χιλιάδων en duizenden van duizenden.
Het lied ingezet door de oudsten (vers 9,10) krijgt instemming van alle engelen. Engelen zijn zeer betrokken op en bij het werk van de Here Jezus voor de gelovigen 2, zij zijn blij als iemand tot geloof komt 3. Misschien is alles wat zij doen wel te veel uit het oog geraakt. Hierna wat opfrissers voor ons geheugen. Een engel bezocht Zacharias en kondigde de geboorte van zijn zoon Johannes aan 4 zo ook de geboorte van Jezus aan Maria 5. Engelen kondigden aan herders zijn geboorte aan en wezen hen de weg 6. Een engel gebood Jozef naar Egypte te vluchten 7. Zij dienden Jezus na zijn verzoeking 8. Zij zijn betrokken bij het eindoordeel om alle gelovigen te verzamelen en ongelovigen van hen te scheiden 9, 10. Engelen houden het oog op de gelovigen (de kleinen) en rapporteren in de hemel hoe het hen vergaat 11. Een engel rolde de steen weg die het graf van Jezus afsloot 12. Een engel bevrijdde de apostelen uit de gevangenis 13. Engelen zijn betrokken bij de Evangelieverkondiging 14, 15. Een engel doodde koning Herodes Agrippa I 16. Een engel bemoedigde Paulus terwijl hij met vele anderen in de golven dreigde om te komen 17.
12 λέγοντες φωνῇ μεγάλῃ·zeggende met (een) stem luid ἄξιόν ἐστιν τὸ ἀρνίον Waardig Het is, het Lam τὸ ἐσφαγμένον het geslachte
Alle engelen bevestigen dat het Lam, dat geslacht werd, de wettige Erfgenaam is die de boekrol, het testament mag openen. Getuigen in overvloed zo gezegd. Ook bij het diepste lijden van dit Lam waren engelen aanwezig. In Gethsemane werd Jezus door een engel ondersteund 18. Van nabij zal die engel mogelijk hebben meegemaakt hoe de lijdensweg van de Here Jezus zich zou vervolgen. En dan toch niet mogen ingrijpen 19. Wat een ongelooflijke tegenstelling tussen de vernedering van de Here Jezus destijds en zijn verheerlijking nu 20. Gods weg is zo radicaal anders. Niemand had zich dit ooit kunnen voorstellen. En begrijpen zullen wij het nooit.
λαβεῖν τὴν δύναμιν (om te) nemen de macht καὶ πλοῦτον en rijkdom καὶ σοφίαν en wijsheid καὶ ἰσχὺν en kracht καὶ τιμὴν en eer καὶ δόξαν en heerlijkheid καὶ εὐλογίαν. en lofprijzing.
De engelen noemen zeven gaven voor deze koninklijke Overwinnaar, die Hij ontvangt van God. De troon komt Hem toe. Na zijn opstanding had de Here Jezus dit al gezegd 21.
1. Macht heeft met autoriteit, met bevoegdheid te maken. 2. Rijkdom laat zien dat Hij alle middelen ontvangt om zijn macht tot uitvoer te brengen. 3. Wijsheid hoort daarbij om dat op de goede wijze te doen. 4. Kracht geeft aan dat de middelen die Hij gebruikt effectief zijn, niets houdt Hem tegen. 5. Wie over dit alles beschikt komt alle eer toe. 6. Te zien in alle heerlijkheid en luister als elk schepsel voor Hem op de knieën zal gaan. 7. Lofprijzing door deze ontelbare schare van engelen die zich zeer verheugen nu alle kwaad zal worden vernietigd en ontelbare zondaren met God verzoend kunnen worden.
13 καὶ πᾶν κτίσμα En elk schepsel ὃ ἐν τῷ οὐρανῷ dat (is) in de hemel
Als climax sluit zich, bij deze lofprijzing op het Lam, alles aan wat leeft.
καὶ ἐπὶ τῆς γῆς en op de aarde καὶ ὑποκάτω τῆς γῆς en onder de aarde καὶ ἐπὶ τῆς θαλάσσης en op de zee καὶ τὰ ἐν αὐτοῖς en die in hen (zijn)
Eerst ging de luide roep van een machtige engel uit tot heel de schepping om iemand te vinden, die waardig zou zijn om de boekrol te openen. Nu er Iemand is gevonden, stemt heel de schepping er mee in dat Jezus, het Lam van God, die eer waardig is. Alle leven doet mee, daarom wordt ten overvloede toegevoegd ‘en die in hen zijn’. Wat Paulus het vergankelijke noemt zal verlost worden van het verderf 22. De schepping zal weer worden zoals God die bedoeld heeft.
πάντα ἤκουσα λέγοντας· allen ik hoorde zeggende: τῷ καθημένῳ ἐπὶ τῷ θρόνῳ Aan de Verblijvende op de troon
Heel de schepping wijst eerst naar de Here God, de Schepper, de Vader van alle leven, van hún leven. Hij blijft op de troon en deelt nu zijn macht met zijn Zoon. Die naast Hem mag plaatsnemen.
καὶ τῷ ἀρνίῳ en aan het Lam dat in gehoorzaamheid aan de Vader het mogelijk heeft gemaakt de schepping van de vergankelijkheid te gaan bevrijden.
ἡ εὐλογία de lofprijzing
die al geuit werd in het ‘lied’ van de oudsten en de engelen
καὶ ἡ τιμὴ en de eer
de schepping eert God en zijn Zoon. Aan haar zuchten komt een eind 23.
καὶ ἡ δόξα en de heerlijkheid
die heerlijkheid wordt hier getoond in de hemel en zal nog groter worden als deze uitmondt in de nieuwe schepping
καὶ τὸ κράτος εἰς τοὺς αἰῶνας τῶν αἰώνων en de kracht tot in de eeuwen van de eeuwen.
het werk van het Lam is vol kracht, het zal de verlossing voltooien. Deze zal eeuwig stand zal houden.
14 καὶ τὰ τέσσαρα ζῷα ἔλεγον· ἀμήν. en de vier levende wezens zeiden: Amen
De levende wezens waren de eersten die zich voor het Lam hadden neergeworpen 24. Nu bekrachtigen zij de lofzang van de oudsten, de engelen en de schepping met een krachtig Amen. De toegang tot de troon door het Lam heeft hun volledige instemming, zij zullen ook zíjn plaats bewaken. En zoals al opgemerkt door Johannes 25 sluiten de oudsten zich aan bij het eerbetoon van de levende wezens.
καὶ οἱ πρεσβύτεροι ἔπεσαν καὶ προσεκύνησαν. en de oudsten vielen neer en aanbaden.
En net als bij de vorige verzen past ook hier een Engels lied bij, gecomponeerd door Charles Wesley. Love Divine, All Loves Excelling, dat hier wordt gezongen door meer dan vijfduizend geschoolde zangers.
1. Liefde Gods die elk beminnen hemelhoog te boven gaat,
kom in onze harten binnen met Uw milde overdaad.
Jezus, één en al ontferming, daal vanuit den Hoge neer
met Uw heerlijke bescherming in ons bevend hart, o Heer.
2. Wil Uw liefdevolle Geest doen ad’men, dat geen angst trilt in ons hart;
schenk als erfenis de ruste, die U zelf ons hebt beloofd.
Wees ons Al, begin en einde, dat geen zonde ons benart;
ach, bevrijd ons, Heer en leid ons, start en eindpunt van ’t geloof!
3. God almachtig boven mate, die zo nederig verscheen,
keer opeens terug en laat ons nooit meer, nooit meer hier alleen.
Laat ons in de kerk U prijzen met Uw heiligen omhoog
tot in ’s hemels paradijzen wij U zien van oog tot oog.
4. Wat Gij eenmaal zijt begonnen, o voltooi het: maak ons rein,
tot de wereld is gewonnen en in U hersteld zal zijn,
tot wij eeuwig bij U wonen, schrijdende van licht tot licht,
leggend onze gouden kronen zingend voor uw aangezicht.
In een minder handschrift had een kopiist nog toegevoegd: en aanbaden Hem Die leeft in alle eeuwigheid. Waarschijnlijk omdat dit mooi past bij Opb 4:10a 26.
Ga verder naar Opb 6:1-2
Ga terug naar Opb 5:8-10
- Dan 7:10 Duizendmaal duizenden dienden Hem en tienduizend maal tienduizenden stonden voor Zijn aangezicht. [↩]
- Heb 1:14 Zijn zij niet allen dienende geesten, die uitgezonden worden ten dienste van hen die de zaligheid zullen beërven? [↩]
- Luk 15:10 Zo zeg Ik u, is er blijdschap vóór de engelen van God over één zondaar die zich bekeert. [↩]
- Luc 1:18 En Zacharias zeide tot de engel: Waaraan zal ik dit weten? [↩]
- Luc 1:34 En Maria zei tot de engel: Hoe zal dat geschieden,.. [↩]
- Luk 2:10 En de engel zei tegen hen: Wees niet bevreesd, want zie, ik verkondig u grote blijdschap, die voor heel het volk wezen zal, 11 namelijk dat heden voor u geboren is de Zaligmaker, in de stad van David; Hij is Christus, de Heere. [↩]
- Mat 1:20 zie, een engel des Heren verscheen hem in de droom en zeide: Jozef, [↩]
- Mat 4:11 Toen liet de duivel Hem met rust en zie, engelen kwamen en dienden Hem. [↩]
- Mat 13:49 Zo zal het bij de voleinding van de wereld zijn: de engelen zullen uitgaan en de slechten uit het midden van de rechtvaardigen afzonderen, [↩]
- Mat 24:31 En Hij zal Zijn engelen uitzenden onder luid bazuingeschal, en zij zullen Zijn uitverkorenen bijeenbrengen uit de vier windstreken, van het [ene] uiterste van de hemelen tot het [andere] uiterste ervan. [↩]
- Mat 18:10 Pas op dat u niet een van deze kleinen veracht. Want Ik zeg u dat hun engelen in de hemelen altijd het aangezicht zien van Mijn Vader, Die in de hemelen is. [↩]
- Mat 28:2 En zie, er vond een grote aardbeving plaats, want een engel van de Heere, die uit de hemel neerdaalde, ging erheen, rolde de steen van de opening weg en ging erop zitten. [↩]
- Hand. 5:19 Maar een engel van de Heere opende ’s nachts de deuren van de gevangenis, bracht hen naar buiten.. [↩]
- Hand 8:26 En een engel van de Heere sprak tot Filippus en zei: Sta op en ga naar het zuiden, de weg op die van Jeruzalem afdaalt naar Gaza, die eenzaam is. [↩]
- Hand 10:4 En hij (Cornelius) hield de ogen op hem gericht en werd zeer bevreesd, en hij zei: Wat is er, heer? En de engel zei tegen hem: Uw gebeden en uw liefdegaven zijn als gedachtenis opgestegen naar God. [↩]
- Hand 12:23 En onmiddellijk sloeg een engel van de Heere hem, omdat hij God de eer niet gaf; en hij werd door de wormen gegeten en gaf de geest. [↩]
- Hand 27:23 Want deze nacht stond er bij mij een engel van God, van Wie ik ben en Die ik ook dien; 24 die zei: Wees niet bevreesd, Paulus, u moet voor de keizer terechtstaan; en zie, God heeft u allen die met u varen, geschonken. [↩]
- Luk 22:43 En aan Hem verscheen een engel uit de hemel, die Hem versterkte. [↩]
- Mat 26:53 Of denkt u dat Ik Mijn Vader nu niet kan bidden, en Hij zal Mij meer dan twaalf legioenen engelen ter beschikking stellen? [↩]
- Fil 2: 8 En in gedaante als een mens bevonden, heeft Hij Zichzelf vernederd en is gehoorzaam geworden, tot de dood, ja, tot de kruisdood. 9 Daarom heeft God Hem ook bovenmate verhoogd en heeft Hem een Naam geschonken boven alle naam, 10 opdat in de Naam van Jezus zich zou buigen elke knie van hen die in de hemel, en die op de aarde, en die onder de aarde zijn, 11 en elke tong zou belijden dat Jezus Christus de Heere is, tot heerlijkheid van God de Vader. [↩]
- Matth 28:18 En Jezus trad naderbij en sprak tot hen, zeggende: Mij is gegeven alle macht in de hemel en op de aarde. [↩]
- 1 Kor 15:53 Want dit vergankelijke moet zich met onvergankelijkheid bekleden en dit sterfelijke moet zich met onsterfelijkheid bekleden. 54 En wanneer dit vergankelijke zich met onvergankelijkheid bekleed zal hebben, en dit sterfelijke zich met onsterfelijkheid bekleed zal hebben, dan zal het woord geschieden dat geschreven staat: De dood is verslonden tot overwinning. [↩]
- Rom 8:19 Met reikhalzend verlangen immers verwacht de schepping het openbaar worden van de kinderen van God. 20 Want de schepping is aan de zinloosheid onderworpen, niet vrijwillig, maar door hem die haar daaraan onderworpen heeft, 21 in de hoop dat ook de schepping zelf zal bevrijd worden van de slavernij van het verderf om te komen tot de vrijheid van de heerlijkheid van de kinderen van God. 22 Want wij weten dat heel de schepping gezamenlijk zucht en gezamenlijk in barensnood verkeert tot nu toe. [↩]
- Opb 5:8 [↩]
- Opb 4:9 En telkens wanneer de dieren heerlijkheid, eer en dank brachten aan Hem Die op de troon zat en Die leeft in alle eeuwigheid, 10 wierpen de vierentwintig ouderlingen zich neer voor Hem Die op de troon zat, aanbaden Hem Die leeft in alle eeuwigheid, en wierpen hun kronen neer vóór de troon.. [↩]
- 10a wierpen de vierentwintig ouderlingen zich neer voor Hem Die op de troon zat, aanbaden Hem Die leeft in alle eeuwigheid, [↩]